Aan Vlaamse kant liggen de kaarten compleet anders. Daar zijn er partijen die volop oppositie kunnen voeren tegen een communautair akkoord, en die zullen niet nalaten dat ook effectief te doen. Ook zitten de Vlaamse partijen met een zeer zware last aan verkiezingsbeloften, vooral het kartel CD&V-N-VA zit wat dat betreft in een moeilijke situatie. De logica “samen uit, samen thuis” gaat hier dus absoluut niet op.
Laat ons alvast beginnen met een taboe te doorbreken: ja, de Vlamingen zullen toegevingen moeten doen.
Om de Franstaligen mee in het bad te trekken, zal men iets moeten hebben om ze te verleiden. Dit is uiteraard enorm jammer, maar zo werkt het Belgische systeem nu eenmaal. Zolang België bestaat moet men zich inschrijven in de Belgische logica, toch als het doel is iets serieus te bereiken. De toegevingen die men zal moeten doen zullen zeer waarschijnlijk staan tegenover een splitsing van BHV en de tweede fase (op een totaal van 3 fasen, waar ik nog steeds vanuit ga, zoals in een vorig artikel beschreven).
Eerst BHV regelen en daar toegevingen voor doen is politiek niet haalbaar voor de Vlaamse partijen. Men zal dus een compromis moeten zoeken en een heel pak ineens regelen, in de politieke wetenschappen spreekt men dan van een ‘package deal’.
Hoe ver de Vlamingen moeten/kunnen gaan is zeer moeilijk te bepalen. Een rationeel model kan men daarvoor niet opstellen, het belang van persoonlijkheden, ‘momentum’, etc. is immers te groot. (Voor wie meer inzicht wil krijgen in hoe het er achter de schermen aan toegaat, zijn de boeken van Hugo de Ridder een absolute must. Al zijn boeken zijn goed, maar ‘De keien van de Wetstraat’ en ‘De strijd om de 16’ vind ik toch de beste twee uit de reeks.)
Ik denk dat we er alleszins mogen aannemen dat N-VA een zware periode tegemoet gaat als die partij het uiteindelijke compromis steunt. Al valt het natuurlijk niet uit te sluiten dat het kartel CD&V-N-VA ten onder gaat omdat N-VA het akkoord niet wil steunen en CD&V wel.
Feit is dat de Vlaamse Volksbeweging niet tevreden zal zijn, er zijn immers nog (te) veel radicale figuren in de VVB. Bart De Wever zal zich vooral moeten afvragen hoe ver hij de VVB van zich kan vervreemden. De N-VA zal moeten balanceren op de grens tussen de achterban tevreden houden enerzijds en een compromis vinden anderzijds. Een quasi onmogelijke opdracht, waarbij het partijbestuur vooral veel lef zal moeten hebben.
Zelf denk ik dat volgende toegevingen wel haalbaar zijn in ruil voor de splitsing van BHV en de tweede fase (waarbij volgens mij vooral de arbeidsmarkt en fiscale responsabilisering centraal zullen staan, maar daarover meer in een volgend artikel):
1) Uitdovend inschrijvingsrecht in Brussel voor de verkiezingen. Dit zou dan gelden voor gemeenten in de Vlaamse rand rond Brussel met bijvoorbeeld een bepaald aantal Franstalige inwoners. Over hoeveel gemeenten/personen het gaat, moet onderhandeld worden. Dat is onmogelijk op voorhand te bepalen.
2) Aanpassing van de omzendbrief Peeters. Daarin staat vermeld dat Franstaligen in de faciliteitengemeenten hun taalfaciliteiten pas kunnen gebruiken als zij daar telkens expliciet om verzoeken. Dit kan men veranderen, waardoor de inwoners van de faciliteitengemeenten bijvoorbeeld één keer om de 5 of 6 jaar moeten aangeven of zij al dan niet wensen gebruik te maken van Franstalige faciliteiten. Onder andere Karel De Gucht heeft in interviews al laten doorschemeren dat hij geen problemen heeft men een aanpassing van de omzendbrief Peeters.
3) Een extra financiële injectie van Brussel en/of Wallonië. Daar is eigenlijk geen geld voor, maar dat is voor de Belgische politici eigenlijk nog nooit echt een probleem geweest. Sommigen spreken over een extra eenmalige transfers van 740 miljoen naar de Franstalige gemeenschap, anderen hebben het over 950 miljoen gespreid over meerder jaren. Echt betrouwbaar is die tamtam natuurlijk niet, en eigenlijk zou ik liever geen idee hebben van de bedragen waarover men spreekt tijdens de onderhandelingen. Dat ik die dingen kan lezen in de krant, wil enkel zeggen dat de onderhandelaars nog altijd geen absolute discretie hanteren, wat nochtans een noodzaak is als men tot een compromis wil komen.
Deze 3 punten lijken mij politiek haalbaar voor de Vlaamse onderhandelaars, al zullen ze wel een enorme hoop commentaar krijgen. Vooral de wijziging van de omzendbrief Peeters ligt moeilijk. Dat is immers een Vlaamse bevoegdheid, en het is maar de vraag of de Vlaamse regering wil ingaan op een vraag van de Federale regering tot wijziging. De Franstaligen zullen een ruimere aanpassing van de omzendbrief vragen, bijvoorbeeld het schrappen van de passage waarin wordt benadrukt dat de faciliteiten uitdovend zijn. Maar het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat de Vlaamse regering daarop zou willen ingaan.
Alleszins is wat ik hierboven beschreven heb pure ‘spielerei’. Toch lijkt het mij niet onwaarschijnlijk dat er toegevingen worden gedaan die samenhangen met de 3 hierboven beschreven punten.
Hét probleem blijft uiteraard dat de Franstaligen het overleg uit 2005 blijven aanhalen, waarbij enorm veel toegevingen werden gedaan. (Zoals ik hier enkele weken geleden reeds heb geschreven, en waarover deze week een artikel in Knack staat waarin men dezelfde link legt.)
Posts tonen met het label staatshervorming. Alle posts tonen
Posts tonen met het label staatshervorming. Alle posts tonen
donderdag 26 juni 2008
woensdag 25 juni 2008
Hoe het nog kan: de Franstaligen
Het vorige tekstje ging over de uitwerking die nog gevolgd kan worden indien men 15 juli wil behouden als deadline. Dat is uiteraard maar 1 aspect, om tot een akkoord te komen spelen nog een pak andere factoren mee.
Een ander, zeer belangrijk punt is de houding van de ‘groepen’ onderhandelaars. En dan bedoel ik vooral de Franstalige groep, aangezien daar toch het grootste verzet is tegen een staatshervorming. Om niet te zeggen dat het eigenlijk de enige groep is die zich tegen een hervorming van de Belgische structuur blijft kanten.
Nochtans is men erin geslaagd de ideale situatie te creëren aan Franstalige kant, toch als het gaat over een staatshervorming. Alle Franstalige partijen die meetellen in Wallonië zitten mee aan de onderhandelingstafel. Dat maakt het extra moeilijk om tot een compromis te komen, maar als er uiteindelijk een akkoord uit de bus komt wordt de last wel gedragen door alle Franstalige partijen.
Zeer simpel voorgesteld zou je de mogelijke houdingen van de Franstaligen kunnen indelen in 3 categorieën:
1) Ze willen zelfs niet beginnen aan een akkoord, en waar ze wel aan beginnen wordt even later al terug afgeschoten, al dan niet publiek.
2) Men slaagt erin de Franstaligen mee in het bad te trekken en men nadert een compromis. Op dat moment doorbreekt 1 van de Franstalige partijen de stilte in de media en gaat zich plots (publiek) distantiëren van de andere partijen. Dit is uiteraard puur uit electoraal belang. Daardoor stort alles in, aangezien de logica van "samen uit, samen thuis" niet meer opgaat.
3) Het blijkt uiteindelijk toch mogelijk een volledig akkoord rond te krijgen zonder dat 1 van de Franstalige partijen dit in laatste instantie afschiet uit electoraal belang.
De eerste houding hebben we ondertussen al zeer dikwijls kunnen aanschouwen, maar het ziet ernaar uit dat het er nu anders aan toe gaat. Het zal er nu om spannen of men direct naar houding 3 overgaat. ‘Kiest’ men uiteindelijk toch voor houding 2, dan komt er volgens mij quasi onvermijdelijk een overgangsregering of iets dergelijk. Misschien/hopelijk zijn die gevolgen van houding 2 te zwaar om te dragen voor de Franstaligen, waardoor ze schrik krijgen van dat scenario en toch voor houding 3 opteren. Maar misschien is die redenering wel te rationeel…
Deze indeling in 3 houding gaat uiteraard enkel op voor de Franstalige partijen, aan Vlaamse kant werken immers niet alle partijen mee aan de onderhandelingen. Wat daar volgens mij de mogelijke houdingen zijn zal in een volgende post worden besproken.
Een ander, zeer belangrijk punt is de houding van de ‘groepen’ onderhandelaars. En dan bedoel ik vooral de Franstalige groep, aangezien daar toch het grootste verzet is tegen een staatshervorming. Om niet te zeggen dat het eigenlijk de enige groep is die zich tegen een hervorming van de Belgische structuur blijft kanten.
Nochtans is men erin geslaagd de ideale situatie te creëren aan Franstalige kant, toch als het gaat over een staatshervorming. Alle Franstalige partijen die meetellen in Wallonië zitten mee aan de onderhandelingstafel. Dat maakt het extra moeilijk om tot een compromis te komen, maar als er uiteindelijk een akkoord uit de bus komt wordt de last wel gedragen door alle Franstalige partijen.
Zeer simpel voorgesteld zou je de mogelijke houdingen van de Franstaligen kunnen indelen in 3 categorieën:
1) Ze willen zelfs niet beginnen aan een akkoord, en waar ze wel aan beginnen wordt even later al terug afgeschoten, al dan niet publiek.
2) Men slaagt erin de Franstaligen mee in het bad te trekken en men nadert een compromis. Op dat moment doorbreekt 1 van de Franstalige partijen de stilte in de media en gaat zich plots (publiek) distantiëren van de andere partijen. Dit is uiteraard puur uit electoraal belang. Daardoor stort alles in, aangezien de logica van "samen uit, samen thuis" niet meer opgaat.
3) Het blijkt uiteindelijk toch mogelijk een volledig akkoord rond te krijgen zonder dat 1 van de Franstalige partijen dit in laatste instantie afschiet uit electoraal belang.
De eerste houding hebben we ondertussen al zeer dikwijls kunnen aanschouwen, maar het ziet ernaar uit dat het er nu anders aan toe gaat. Het zal er nu om spannen of men direct naar houding 3 overgaat. ‘Kiest’ men uiteindelijk toch voor houding 2, dan komt er volgens mij quasi onvermijdelijk een overgangsregering of iets dergelijk. Misschien/hopelijk zijn die gevolgen van houding 2 te zwaar om te dragen voor de Franstaligen, waardoor ze schrik krijgen van dat scenario en toch voor houding 3 opteren. Maar misschien is die redenering wel te rationeel…
Deze indeling in 3 houding gaat uiteraard enkel op voor de Franstalige partijen, aan Vlaamse kant werken immers niet alle partijen mee aan de onderhandelingen. Wat daar volgens mij de mogelijke houdingen zijn zal in een volgende post worden besproken.
woensdag 16 januari 2008
octopusjeuh
België is weer een overlegcommissie rijker, na costa 1 en 2 (‘conferentie voor staatshervorming’) onder Verhofstadt kunnen we nu - onder leiding van Leterme - spreken over, hou u vast, het octopusoverleg. Zoals de naam al doet vermoeden is dit uiteraard een werkgroep waar 20 politici aan meewerken (Dehaene en Verhofstadt incluis). Zoals meestal blijkt ook hier wikipedia een betrouwbare bron:
“Het vlees van de octopus is veel te taai om te eten. Het vlees wordt eetbaar door het dier tientallen keren op een harde ondergrond te smijten. Een moderne methode is de octopus te laten invriezen, met hetzelfde resultaat.”
Ik hou mijn hart vast als ze van plan zijn Geert Lambert en Bart De Wever (meermaals) op een harde ondergrond te smijten, alleen als ze eerst Maingain smijten willen we wel even een uitzondering maken.
Soit, genoeg gezeverd en tijd voor echte actie. Het octopusoverleg moet nog beginnen en we zijn het al aan het afbreken, foei. Uiteraard zijn er veel redenen om kritisch te zijn voor deze costa III, maar voorlopig verdienen de onderhandelaars het voordeel van de twijfel. De uitspraken van Etienne Schouppe zetten alvast een goede toon: ‘ofwel blijkt snel dat we vooruitgang boeken, ofwel gaat voor ons de deur op slot’. Laat ons hopen dat de Vlaamse en Waalse politici voldoende beseffen dat we er met halve akkoorden deze keer niet gaan komen. België kampt met structurele problemen, de vergrijzing en andere problemen zullen onoplosbaar blijken als er niet snel een grondige hervorming komt. De partijen staan voor een enorme uitdaging, maar mogen nu niet terugdeinzen. Democratisch als we zijn zullen we de resultaten van dit ‘octopusoverleg’ dan ook regelmatig toetsen aan de communautaire verkiezingsstandpunten van de Vlaamse partijen. In een volgende post zullen de belangrijkste puntjes hiervan even op een rij worden gezet.
Volgende halte: confederale staat. Eindhalte: Vlaamse onafhankelijkheid
“Het vlees van de octopus is veel te taai om te eten. Het vlees wordt eetbaar door het dier tientallen keren op een harde ondergrond te smijten. Een moderne methode is de octopus te laten invriezen, met hetzelfde resultaat.”
Ik hou mijn hart vast als ze van plan zijn Geert Lambert en Bart De Wever (meermaals) op een harde ondergrond te smijten, alleen als ze eerst Maingain smijten willen we wel even een uitzondering maken.
Soit, genoeg gezeverd en tijd voor echte actie. Het octopusoverleg moet nog beginnen en we zijn het al aan het afbreken, foei. Uiteraard zijn er veel redenen om kritisch te zijn voor deze costa III, maar voorlopig verdienen de onderhandelaars het voordeel van de twijfel. De uitspraken van Etienne Schouppe zetten alvast een goede toon: ‘ofwel blijkt snel dat we vooruitgang boeken, ofwel gaat voor ons de deur op slot’. Laat ons hopen dat de Vlaamse en Waalse politici voldoende beseffen dat we er met halve akkoorden deze keer niet gaan komen. België kampt met structurele problemen, de vergrijzing en andere problemen zullen onoplosbaar blijken als er niet snel een grondige hervorming komt. De partijen staan voor een enorme uitdaging, maar mogen nu niet terugdeinzen. Democratisch als we zijn zullen we de resultaten van dit ‘octopusoverleg’ dan ook regelmatig toetsen aan de communautaire verkiezingsstandpunten van de Vlaamse partijen. In een volgende post zullen de belangrijkste puntjes hiervan even op een rij worden gezet.
Volgende halte: confederale staat. Eindhalte: Vlaamse onafhankelijkheid
Abonneren op:
Posts (Atom)