zondag 28 september 2008

Versplintering van traditionele partijen

Een evolutie die al veel langer zichtbaar is, is de achteruitgang van de traditionele partijen. Vroeger haalden de ‘3 groten’ samen zowat alle stemmen binnen, vandaag de dag halen liberalen, socialisten en christen-democraten samen zo’n 60% van de stemmen. Let wel: ik baseer mij hiervoor op de verkiezingsresultaten van 2004 (Vlaamse parlement) en 2007 (federaal parlement). Een aantal elementen doen vermoeden dat de traditionele partijen bij de verkiezingen van 2009 een nieuwe slag te verwerken krijgen:
- De sterke opkomst van LDD, volgens sommigen zelfs goed voor 15% (!) van de stemmen in 2009.
- De recente breuk van het kartel, waardoor ongetwijfeld een deel van de CD&V kiezers uit 2007 naar N-VA overloopt. Dit zorgt uiteraard niet voor een versterking van de populistische partijen, maar wel voor een stevige terugslag van de traditionele partijen.
- De traditionele partijen werken allemaal mee aan de dialoog rond de staatshervorming, een ideaal doelwit voor de oppositie om te spreken over ‘1 pot nat’.
- De socio-economische situatie maakt meer kiezers vatbaar voor het populistische fabeltje.

Sommigen gaan, volledig ten onrechte, nogal vlug over dit gegeven heen. Op dit moment zien we immers gebeuren waar veel mensen tot zo’n 3 jaar terug nog schrik voor hadden: een populistische blok dat het politieke landschap overhoop kan gooien. Het VB is echter op de terugweg zonder ooit een zelfvoedend gevoel van anti-politiek te hebben gecreëerd.
Wat bedoel ik daar juist mee? Wel, als de populistische oppositie op een bepaald moment zo groot wordt dat men alleen een regering kan vormen door een tripartite zitten we in een moeilijke situatie. Een tripartite kan regeren, maar ideaal is het toch niet. Er moeten enorm veel compromissen onderhandeld worden, met pure eenheidsworst tot gevolg. Veel kiezers krijgen dan het gevoel dat hun stem niets uithaalt, want het beleid resulteert toch elke keer weer in eenzelfde beleid door een brede tripartite. Het enige alternatief lijkt dan te stemmen voor een populistische partij, wat dan op zijn beurt weer leidt tot een situatie waarin de constructieve partijen het nog moeilijker krijgen… Dat is wat ik bedoel met een zelfvoedend systeem van anti-politiek.
Als VB niet extreem ver wegzakt en LDD en grote sprong voorwaarts maakt, zijn we niet ver af van een dergelijk scenario. Indien VB en LDD in 2009 samen 30% van de stemmen halen zal het zéér moeilijk zijn om met 2 (Vlaams) of 4 (federaal) partijen een regering te vormen.
Daarmee is meteen 1 van de grootste politieke uitdagingen van de komende jaren duidelijk: hoe kan er een constructief en aantrekkelijk alternatief aangeboden worden om de opkomst van de anti-politiek te stoppen?
Dat we door de versnippering evolueren naar een systeem waarbij geen enkele partij de kaap van 25% haalt (m.a.w. de grens om zonder tripartite verder te kunnen) is al langer duidelijk. Hoe kan er dan nog voor gezorgd worden dat de kiezers écht kunnen kiezen, zonder eenheidsworst door de regering als resultaat? Is ons systeem van evenredige zetelverdeling nog lang houdbaar? En wat kan een eventueel alternatief zijn?
Dat lijken mij zeer fundamentele vragen, en het wordt dringend tijd dat daarover een politiek debat ontstaat.

Geen opmerkingen: