donderdag 13 maart 2008

consensus en 'democratie'

Deze week ben ik op een zeer interessant wetenschappelijk artikel gestoten dat ik jullie zeker niet wil onthouden. Het stuk in kwestie, dat al dateert van 2002, is geschreven door de internationaal gereputeerde socioloog en politicoloog P. L. Van den Berghe, die zijn doctoraat haalde aan Harvard en nu aan de ‘University of Washington’ les geeft. In het artikel (‘multicultural democracy – can it work?’) geeft de auteur onder andere een beschrijving van de ‘consensusdemocratie’, ook wel ‘pacificatiedemocratie’ genoemd. Dit type van democratie wordt steeds gebruikt om het Belgische systeem een naam te geven, het gaat er in essentie van uit dat er altijd een compromis gezocht moet worden. Dit impliceert dat de daarvoor gebruikte overlegstructuren zeer verregaand geïnstitutionaliseerd zijn (denken we bijvoorbeeld aan de alarmbelprocedure als een 'mooi' voorbeeld hiervan). Voor meer uitleg over de ‘consociational democracy’, de term die gebruikt wordt in de Engelstalige literatuur, klikt u best op volgende link: http://en.wikipedia.org/wiki/Consociational_democracy .
Oké, tot zover de theorie en de auteur, hier komt het meest duidelijke stuk dat ik hier integraal overneem (met ‘CD’ uiteraard, u raad het nooit, de afkorting van ‘consociational democracy’), ik zou het zelf niet beter kunnen zeggen:

“CD is a clumsy, inflexible, conservative model that benefits mostly the ruling elites. It works best, and even then not very well, in relatively affluent countries with stable, highly territorialised, indigenous ethnies of approximately equal socio-economic status, and in the absence of a history of conquest between the constituent ethnies. Belgium is a typical example of the limiting conditions for CD, and of its high cost. Even under favourable conditions, consociation makes for wasteful duplication of governing bodies, continuous renegotiation of territorial boundaries and of proportionality to reflect any demographic changes, and perennial, albeit low-intensity, conflict over trivial and often purely symbolic issues (such as language of road signs). Even then, consociation leaves in limbo a large minority of the population who do not clearly fit in any of the recognised categories: immigrants, children of mixed marriages, residents in the ‘wrong’ part of the country, and ‘language problem’ in Belgium, but most people bear the cost of daily irritation and inefficiency. Consociation, in short, prevents substantive change and promotes inefficiency and waste by fixating on proportionality.”

Nu hoort u het ook is van een ander. Amerikaanse academici durven een duidelijke en eerlijke analyse maken, het wordt tijd dat de Belgische academici uit hun ivoren toren komen en dezelfde analyse durven maken.

Geen opmerkingen: