3 op de 10 artsen vinden dat rokers met longkanker geen recht hebben op een terugbetaling door de sociale zekerheid. Een stelling die blijkbaar ook door een deel van de bevolking wordt gedragen. Toch zou dit absoluut geen goede zaak zijn, een dergelijke maatregel zou immers de solidaire samenleving ondermijnen.
We leven gelukkig in een land waar keuzevrijheid en ontplooiing belangrijke waarden zijn. Die keuzevrijheid impliceert dat de samenleving een aantal kosten draagt om effectief de vrijheid van het individu te garanderen. Iemand die rookt en daarbij niemand anders schade berokkent, heeft daar het volste recht toe. In die stelling zitten twee belangrijke elementen, die ik hier kort zal uitwerken
1) “en daarbij niemand schade berokkent”
Daarmee wordt bedoeld dat passief roken enkel kan verantwoord worden als de persoon in kwestie er geen problemen mee heeft. Als er in een café gerookt wordt kan men die instemming van alle passieve rokers niet garanderen. Daarom is een algemeen rookverbod in de horeca te verantwoorden, en zelfs aan te bevelen. Als men ervoor wil zorgen dat niemand ongewild passief rookt moet men een algemeen rookverbod in de horeca instellen als enige efficiënte middel.
Een andere kwestie is in het geval van kinderen. Het is onaanvaardbaar dat kinderen gezondheidsschade oplopen omdat de ouders roken in hun bijzijn. Kinderen (ik spreek over -16-jarigen) kiezen er niet voor om passief te roken. Roken in het bijzijn van kinderen is moreel absoluut niet te verantwoorden.
Als het echter gaat om gevallen waar +16-jarigen passief meeroken maar expliciet aangeven daar geen probleem mee te hebben kan/mag men roken niet verbieden. De vrije keuze moet centraal staan.
2) “heeft daar het volste recht toe”
Een vrije keuze maken impliceert een zekere verantwoordelijkheid en vaak ook het dragen van risico’s. Een samenleving die wil meewerken aan de ontplooiing van eenieder moet die risico’s voor een stuk gemeenschappelijk dragen. Als men rokers met longkanker niet terugbetaald vervalt de idee dat een aantal risico’s ten laste zijn van de ondersteunende samenleving. Dit ondermijnt de solidaire samenleving, het is een zware beperking van de keuzevrijheid, en bijgevolg een onaanvaardbare maatregel.
Als men door slechte eetgewoontes een aandoening krijgt wordt dit terugbetaald. Daarover heeft bijna niemand bezwaren, maar als het over rokers gaat ligt de perceptie blijkbaar helemaal anders. Ook als men bijvoorbeeld met de jeugdbeweging een gevaarlijk spel speelt en iemand breekt zijn been, is er een terugbetaling door de sociale zekerheid voorzien. Waarom in dat geval wel en in een ander geval niet?
Er wordt duidelijk een grens getrokken, een grens die lijkt te ontstaan door stigmatisatie en maatschappelijke perceptie. Typisch menselijk, zeer voorzichtig met dit soort zaken omgaan is daarom een absolute must.
Roken valt onder ‘afwijkend gedrag’, een deel van de samenleving ziet dit liever niet voorkomen en grijpt maar al te graag naar beperkende maatregelen. Dit is een foute reactie. In een sterke en hechte maatschappij kan het niet de bedoeling zijn dat enkel de norm wordt verdedigd en maatschappelijk gedragen. Het is juist de ab-norm die een meerwaarde geeft, het recht een ‘dissident’ te zijn in de eigen samenleving.
Laten we dus vooral de keuzevrijheid en de diversiteit aanvaarden en koesteren. Het recht op een eigen ‘ik’, een ‘ik’ die ondersteund wordt door de samenleving, los van de gangbare mainstream-opvattingen. De verdraagzame maatschappij zal er wel bij varen.
vrijdag 30 mei 2008
Ethiopië op rand van een afgrond
“Up to 6 million children under the age of five are at risk of malnutrition in Ethiopia because of rising cereal prices and the failure of rains, the UN’s children agency, Unicef, has warned." (guardian weekly, 30.05.08)
Ongeveer een week geleden was deze dreigende catastrofe een kort puntje in het journaal, meer niet. Nochtans verdient dit een pak meer aandacht. Alle hulp gaat naar China en Birma, alhoewel we zeker niet kunnen spreken van hoge bedragen, de andere landen blijven in de kou staan. Laten we niet weer wachten tot het te laat is, hulp is nu nodig.
Voorlopig gaat het voornamelijk over ondervoeding, maar als de situatie blijft voortduren zullen al vlug duizenden kinderen sterven. In Oost-Afrika is er al een zeer gespannen situatie (denk maar aan buurlanden Sudan en Somalië), een voedselcrisis zou een nieuw tragisch dieptepunt betekenen. Structurele hulp is essentieel. Meer nog dan al het geval is moet er gefocust worden op een duurzame verbetering van de landbouw. Wat voedselpakketten zorgen slechts voor een tijdelijke oplossing. Enkel een grondige verbetering van de productiviteit van de landbouw kan noodscenario’s als deze in de toekomst tot een minimum beperken.
Wedden dat het uiteindelijk toch terug gruwelijke beelden zal opleveren, waarna het Westen in de media de redder zal spelen met een reeks voedselpakketten?
Ongeveer een week geleden was deze dreigende catastrofe een kort puntje in het journaal, meer niet. Nochtans verdient dit een pak meer aandacht. Alle hulp gaat naar China en Birma, alhoewel we zeker niet kunnen spreken van hoge bedragen, de andere landen blijven in de kou staan. Laten we niet weer wachten tot het te laat is, hulp is nu nodig.
Voorlopig gaat het voornamelijk over ondervoeding, maar als de situatie blijft voortduren zullen al vlug duizenden kinderen sterven. In Oost-Afrika is er al een zeer gespannen situatie (denk maar aan buurlanden Sudan en Somalië), een voedselcrisis zou een nieuw tragisch dieptepunt betekenen. Structurele hulp is essentieel. Meer nog dan al het geval is moet er gefocust worden op een duurzame verbetering van de landbouw. Wat voedselpakketten zorgen slechts voor een tijdelijke oplossing. Enkel een grondige verbetering van de productiviteit van de landbouw kan noodscenario’s als deze in de toekomst tot een minimum beperken.
Wedden dat het uiteindelijk toch terug gruwelijke beelden zal opleveren, waarna het Westen in de media de redder zal spelen met een reeks voedselpakketten?
donderdag 29 mei 2008
Gelukkige verjaardag!
Exact 60 jaar geleden werd de eerste missie met VN-blauwhelmen op poten gezet. De media heeft hier blijkbaar amper aandacht voor, zonde. Nochtans is het een belangrijke gebeurtenis, de vredesmissies van de VN hebben al tienduizenden levens gered. Momenteel zijn er meer dan 100 000 militairen actief in VN-verband over de hele wereld.
Laten we dus even vergeten dat de VN nog altijd met een onaangepaste structuur werkt die is blijven steken in het tijdperk van de koude oorlog. Verder vergeten we ook even dat de inzet van troepen anders en beter kan. Het schoothondje van de VS spelen kan toch niet de bedoeling zijn, denken we bijvoorbeeld aan de situatie in Irak, waar de VN slecht heeft geanticipeerd en te weinig heeft gefocust op vredeshandhaving.
Bij de VN-blauwhelmen, en bij de VN op zich, is er duidelijk een hervorming nodig. Maar dat doet geen afbreuk aan de overwegend succesvolle missies van de vredestroepen tot nu toe. De blauwhelmen bewijzen immers dat militaire macht ook op een constructieve wijze kan worden aangewend. Kijk dus zeker ook is op deze site
Laten we dus even vergeten dat de VN nog altijd met een onaangepaste structuur werkt die is blijven steken in het tijdperk van de koude oorlog. Verder vergeten we ook even dat de inzet van troepen anders en beter kan. Het schoothondje van de VS spelen kan toch niet de bedoeling zijn, denken we bijvoorbeeld aan de situatie in Irak, waar de VN slecht heeft geanticipeerd en te weinig heeft gefocust op vredeshandhaving.
Bij de VN-blauwhelmen, en bij de VN op zich, is er duidelijk een hervorming nodig. Maar dat doet geen afbreuk aan de overwegend succesvolle missies van de vredestroepen tot nu toe. De blauwhelmen bewijzen immers dat militaire macht ook op een constructieve wijze kan worden aangewend. Kijk dus zeker ook is op deze site
woensdag 28 mei 2008
www.stop.be
Op deze site kun je een petitie tekenen. Het doel? Een volledig rookvrije horeca, waardoor het onrechtvaardige onderscheidt dat men nu maakt - tussen cafés enerzijds en andere horeca anderzijds - verdwijnt. Bovendien zal een algemeen rookverbod in de horeca bijdragen tot een gezondere bevolking.
Allemaal die petitie gaan tekenen is dus de boodschap!
Allemaal die petitie gaan tekenen is dus de boodschap!
hoe vet moet de "vette vis" zijn?
“Een grote staatshervorming tegen 15 juli” en “een vette vis”, men zou bijna gaan denken dat de verkiezingscampagne nog steeds doorloopt. Uiteraard is het een goede zaak dat de Vlaamse partijen (voorlopig) hun beloftes niet inslikken. Logisch, zo’n hoop verkiezingsbeloftes doorslikken zorgt voor acuut verstikkingsgevaar, de kans dat ze in het verkeerde keelgat terechtkomen is zeer reëel.
Maar nu blijft natuurlijk de vraag wat juist gecatalogeerd kan/mag worden als een ‘grote staatshervorming’. Het lijkt me niet realistisch te hopen op iets dat in de buurt komt van de staatshervorming uit pakweg 1980. De wil is er nu absoluut niet langs de andere zijde van de taalgrens, en ook aan Vlaamse zijde is het verdeeldheid troef. Een meer pragmatische benadering is dus op zijn plaats. Persoonlijk zou ik graag hebben dat de staatshervorming minstens volgende punten inhoudt:
- Splitsing van BHV
- Volledige splitsing arbeidsmarkt
- Een pak meer fiscale autonomie voor de deelstaten
Dit ‘eisenpakket’ zal de referentie zijn voor mij als er ooit een akkoord komt, al is er natuurlijk veel ruimte voor interpretatie. Het gaat minder ver dan de verkiezingsbeloftes die CD&V-N-VA gedaan heeft (dat waren de 5 Vlaamse resoluties, weet u nog), maar is waarschijnlijk het hoogst haalbare in deze staatshervorming. Als de Vlamingen te veel eisen bestaat het risico dat de regering Leterme 1 te pletter slaagt tegen een muur van politieke onwil. Sommigen binnen de Vlaamse beweging zouden dit graag zien gebeuren, maar jammer genoeg zal een crash van de regering niets fundamenteel aan de situatie veranderen.
Zelf zie ik 3 scenario’s die bij een val van Leterme 1 zouden kunnen voorkomen.
1) Er komen niet direct nieuwe verkiezingen, een noodkabinet blijft aan tot 2009. Bij die verkiezingen verandert er waarschijnlijk bijna niets aan de uitslag, maar de partijen zullen wel zoveel mogelijk de staatshervorming vermijden als verkiezingsthema (op VB en LDD na natuurlijk). In dat geval krijgen we dus ongeveer dezelfde samenstelling van het parlement, maar met minder ambities voor een staatshervorming. De partijen zullen er dus niet al te lang over doen vooraleer ze de staatshervorming op de lange baan schuiven als hun dat uitkomt, misschien zelfs al bij de regeringsvorming.
2) Er komen niet direct nieuwe verkiezingen. Een nieuwe formatiepoging wordt ondernomen, misschien om Reynders een kans te geven als premier. Dit scenario is niet zo heel realistisch, maar dat er een Verhofstadt 3 zou komen was evenmin realistisch. Het uitgangspunt blijft dat in België de meest gekke scenario’s een kans krijgen.
3) Er komen onmiddellijk nieuwe verkiezingen. Bij die verkiezingen loopt het resultaat waarschijnlijk samen met dat van scenario 1.
Volgens mij is de Vlaamse beweging echt niet gebaat bij nieuwe verkiezingen vooraleer er een staatshervorming op papier staat. In deze samenstelling heeft de N-VA bovendien een zeer sterke positie, waardoor ze elk akkoord met onaanvaardbare Vlaamse toegevingen (uitbreiding van Brussel bijvoorbeeld) kunnen kelderen.
Het is belangrijk dat de Vlaamse onderhandelaars nu niet te veel vragen, maar hoeveel ‘te veel’ juist is valt uiteraard niet te bepalen als men zelf niet aan de onderhandelingen deelneemt. Als men te veel eisen stelt zal de regering vallen en komt er geen akkoord. Een staatshervorming is essentieel als we de toekomstige uitdagingen willen aangaan. Elke stap naar meer autonomie is er één in de goede richting. We moeten oppassen dat we ons niet laten verleiden tot een al te simplistisch discours van ‘absolute verelendung’. Die techniek lijkt misschien gemakkelijk, maar is in praktijk quasi onbruikbaar.
In België is incrementalisme de norm, als men tot een volledige ontvoogding van Vlaanderen wil komen moet men zich jammer genoeg (voorlopig) in die Belgische manier van werken inschrijven.
Maar nu blijft natuurlijk de vraag wat juist gecatalogeerd kan/mag worden als een ‘grote staatshervorming’. Het lijkt me niet realistisch te hopen op iets dat in de buurt komt van de staatshervorming uit pakweg 1980. De wil is er nu absoluut niet langs de andere zijde van de taalgrens, en ook aan Vlaamse zijde is het verdeeldheid troef. Een meer pragmatische benadering is dus op zijn plaats. Persoonlijk zou ik graag hebben dat de staatshervorming minstens volgende punten inhoudt:
- Splitsing van BHV
- Volledige splitsing arbeidsmarkt
- Een pak meer fiscale autonomie voor de deelstaten
Dit ‘eisenpakket’ zal de referentie zijn voor mij als er ooit een akkoord komt, al is er natuurlijk veel ruimte voor interpretatie. Het gaat minder ver dan de verkiezingsbeloftes die CD&V-N-VA gedaan heeft (dat waren de 5 Vlaamse resoluties, weet u nog), maar is waarschijnlijk het hoogst haalbare in deze staatshervorming. Als de Vlamingen te veel eisen bestaat het risico dat de regering Leterme 1 te pletter slaagt tegen een muur van politieke onwil. Sommigen binnen de Vlaamse beweging zouden dit graag zien gebeuren, maar jammer genoeg zal een crash van de regering niets fundamenteel aan de situatie veranderen.
Zelf zie ik 3 scenario’s die bij een val van Leterme 1 zouden kunnen voorkomen.
1) Er komen niet direct nieuwe verkiezingen, een noodkabinet blijft aan tot 2009. Bij die verkiezingen verandert er waarschijnlijk bijna niets aan de uitslag, maar de partijen zullen wel zoveel mogelijk de staatshervorming vermijden als verkiezingsthema (op VB en LDD na natuurlijk). In dat geval krijgen we dus ongeveer dezelfde samenstelling van het parlement, maar met minder ambities voor een staatshervorming. De partijen zullen er dus niet al te lang over doen vooraleer ze de staatshervorming op de lange baan schuiven als hun dat uitkomt, misschien zelfs al bij de regeringsvorming.
2) Er komen niet direct nieuwe verkiezingen. Een nieuwe formatiepoging wordt ondernomen, misschien om Reynders een kans te geven als premier. Dit scenario is niet zo heel realistisch, maar dat er een Verhofstadt 3 zou komen was evenmin realistisch. Het uitgangspunt blijft dat in België de meest gekke scenario’s een kans krijgen.
3) Er komen onmiddellijk nieuwe verkiezingen. Bij die verkiezingen loopt het resultaat waarschijnlijk samen met dat van scenario 1.
Volgens mij is de Vlaamse beweging echt niet gebaat bij nieuwe verkiezingen vooraleer er een staatshervorming op papier staat. In deze samenstelling heeft de N-VA bovendien een zeer sterke positie, waardoor ze elk akkoord met onaanvaardbare Vlaamse toegevingen (uitbreiding van Brussel bijvoorbeeld) kunnen kelderen.
Het is belangrijk dat de Vlaamse onderhandelaars nu niet te veel vragen, maar hoeveel ‘te veel’ juist is valt uiteraard niet te bepalen als men zelf niet aan de onderhandelingen deelneemt. Als men te veel eisen stelt zal de regering vallen en komt er geen akkoord. Een staatshervorming is essentieel als we de toekomstige uitdagingen willen aangaan. Elke stap naar meer autonomie is er één in de goede richting. We moeten oppassen dat we ons niet laten verleiden tot een al te simplistisch discours van ‘absolute verelendung’. Die techniek lijkt misschien gemakkelijk, maar is in praktijk quasi onbruikbaar.
In België is incrementalisme de norm, als men tot een volledige ontvoogding van Vlaanderen wil komen moet men zich jammer genoeg (voorlopig) in die Belgische manier van werken inschrijven.
dinsdag 27 mei 2008
Anders en beter
De relaties met Congo bereiken deze dagen een dieptepunt. Het is duidelijk dat er sprake is van een complex aan factoren, waarbij de domme uitspraken van Karel De Gucht de druppel bleken te zijn. Uiteraard maakt de Congolese overheid van deze gelegenheid gebruik om een aantal reeds langer aanslepende dossiers mee in de strijd te gooien. De ambassades van Lubumbashi en Bukavu zijn al langer een doorn in het oog van president Kabila en zijn volgelingen. Deze opportuniteit om dat dossier een wending te geven grijpt de Congolese president vanzelfsprekend met beide handen.
De Gucht heeft gefaald, dit kon veel beter. Bij deze dus een kort scenario waarin deze kwestie waarschijnlijk zou zijn vermeden.
Een eerste belangrijke factor in de internationale betrekkingen is de ‘stille diplomatie’. Een techniek die niet al te snel werkt, maar uiteindelijk wel resultaten oplevert. Een mogelijk voorbeeld is een lijst opstellen met alle politieke gevangenen in Congo, om dan met concrete dossiers in de hand te pleiten voor een wijziging van de situatie (lees: liefst een vrijlating van die gevangenen).
Die techniek gebruikt men uiteraard al heel lang, en gebruikt de Belgische diplomatie ook effectief in Congo. Het probleem is dat onze minister van buitenlandse zaken blijkbaar te ongeduldig is om zo’n slopend proces volledig tot uitwerking te laten komen.
Als het effectief het geval is dat er totaal geen resultaat wordt geboekt met stille diplomatie moet men zoeken naar alternatieve communicatie. Die ‘alternatieve communicatie’ is in het geval van België vanzelfsprekend via de EU of de VN. Een land als de VS kan het zich permitteren straffe uitspraken te doen met resultaat. Een klein landje als België kan daar alleen van dromen en moet dus zijn toevlucht zoeken bij (grote) multilaterale instellingen. Bij de EU kan België erop aandringen om, via Europese geijkte instellingen die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking, druk uit te oefenen op de Congolese overheid. Het spreekt voor zich dat het dan gaat over druk uitoefenen in concrete dossiers. Gewoon via de EU zeggen dat ‘Congo niet braaf de mensenrechten naleeft’ zal weinig effect hebben wegens te vaag. Maar als de EU een concreet dossier (bijvoorbeeld een dossier over de kwaliteit van de ziekenhuizen) naar zich toetrekt, en er zijn volledige invloed voor gebruikt, zal dit effect hebben. Dit kan voor een doorbraak zorgen, waarop de stille diplomatie dan kan inpikken om het dossier tot het (voorlopige) einde af te handelen.
Bovendien is België tot eind dit jaar nog lid van de VN Veiligheidsraad, dus ook via die instelling zou men een doorbraak kunnen forceren.
Het spreekt voor zich dat dit allemaal gemakkelijker is gezegd dan gedaan, maar het is alleszins een pak efficiënter dan wat harde uitspraken via een interview op een Waalse commerciële zender. De Gucht maakt een aantal terechte opmerkingen, iedereen weet dat er problemen zijn in Congo. Maar als minister van buitenlandse zaken deze scherpe commentaar publiek verwoorden heeft de situatie ter plaatse voor de bevolking niet verbeterd, eerder integendeel. Nu moet men het puin gaan ruimen, waarna de gevoelige relaties die men had opgebouwd via stille diplomatie opnieuw moeten worden opgebouwd.
In diplomatie is publiekelijk een ander land beledigen nooit de oplossing, het maakt de problemen enkel erger. De Gucht heeft deze stelling nog maar is bewezen, hopelijk stoot de ezel zich niet voor de zoveelste keer aan dezelfde steen bij een volgend dossier.
De Gucht heeft gefaald, dit kon veel beter. Bij deze dus een kort scenario waarin deze kwestie waarschijnlijk zou zijn vermeden.
Een eerste belangrijke factor in de internationale betrekkingen is de ‘stille diplomatie’. Een techniek die niet al te snel werkt, maar uiteindelijk wel resultaten oplevert. Een mogelijk voorbeeld is een lijst opstellen met alle politieke gevangenen in Congo, om dan met concrete dossiers in de hand te pleiten voor een wijziging van de situatie (lees: liefst een vrijlating van die gevangenen).
Die techniek gebruikt men uiteraard al heel lang, en gebruikt de Belgische diplomatie ook effectief in Congo. Het probleem is dat onze minister van buitenlandse zaken blijkbaar te ongeduldig is om zo’n slopend proces volledig tot uitwerking te laten komen.
Als het effectief het geval is dat er totaal geen resultaat wordt geboekt met stille diplomatie moet men zoeken naar alternatieve communicatie. Die ‘alternatieve communicatie’ is in het geval van België vanzelfsprekend via de EU of de VN. Een land als de VS kan het zich permitteren straffe uitspraken te doen met resultaat. Een klein landje als België kan daar alleen van dromen en moet dus zijn toevlucht zoeken bij (grote) multilaterale instellingen. Bij de EU kan België erop aandringen om, via Europese geijkte instellingen die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking, druk uit te oefenen op de Congolese overheid. Het spreekt voor zich dat het dan gaat over druk uitoefenen in concrete dossiers. Gewoon via de EU zeggen dat ‘Congo niet braaf de mensenrechten naleeft’ zal weinig effect hebben wegens te vaag. Maar als de EU een concreet dossier (bijvoorbeeld een dossier over de kwaliteit van de ziekenhuizen) naar zich toetrekt, en er zijn volledige invloed voor gebruikt, zal dit effect hebben. Dit kan voor een doorbraak zorgen, waarop de stille diplomatie dan kan inpikken om het dossier tot het (voorlopige) einde af te handelen.
Bovendien is België tot eind dit jaar nog lid van de VN Veiligheidsraad, dus ook via die instelling zou men een doorbraak kunnen forceren.
Het spreekt voor zich dat dit allemaal gemakkelijker is gezegd dan gedaan, maar het is alleszins een pak efficiënter dan wat harde uitspraken via een interview op een Waalse commerciële zender. De Gucht maakt een aantal terechte opmerkingen, iedereen weet dat er problemen zijn in Congo. Maar als minister van buitenlandse zaken deze scherpe commentaar publiek verwoorden heeft de situatie ter plaatse voor de bevolking niet verbeterd, eerder integendeel. Nu moet men het puin gaan ruimen, waarna de gevoelige relaties die men had opgebouwd via stille diplomatie opnieuw moeten worden opgebouwd.
In diplomatie is publiekelijk een ander land beledigen nooit de oplossing, het maakt de problemen enkel erger. De Gucht heeft deze stelling nog maar is bewezen, hopelijk stoot de ezel zich niet voor de zoveelste keer aan dezelfde steen bij een volgend dossier.
maandag 26 mei 2008
10% separatist?
In een column in De Standaard stelt Dave Sinardet dat ‘wetenschappelijk en objectief onderzoek’ aanwijst dat 10% van de Vlamingen separatist is. Als we er zelf zo’n onderzoek erbij nemen zien we al vlug dat professor Sinardet wel heel selectief met cijfers omgaat.Voor de volledigheid post ik hier dus het volledige resultaat waarop Dave Sinardet zich baseert. Men moet er uiteraard wel rekening mee houden dat sociaal onderzoek traag gaat, de studie baseert zich dan ook op cijfermateriaal uit 1999. Aan de politieke evolutie te zien denk ik wel dat we mogen stellen dat er de afgelopen 9 jaar een verdere ‘vervlaamsing’ heeft plaatsgevonden. De cijfers voor ‘separatisme’ en ‘verregaande staatshervorming’ zullen nu waarschijnlijk hoger liggen.
De resultaten:
Flanders Wallonia
Return to unitary Belgium
14.5% 46.7%
Federal state with more powers for the central
authority than now
12.7% 13.9%
Federal state with more powers for the communities
and regions than now
28.1% 14.6%
Federal state with as many powers as possible
for communities and regions
32.6% 19.3%
Separatism
12.0% 5.5%
Source: ISPO/PIOP, 1999 (samples weighted by age, gender, education and vote)
Een zeer simpel optelsommetje leert ons dat, volgens de cijfers uit dit onderzoek, 72,7% van de Vlamingen een staatshervorming met meer bevoegdheden voor de deelstaten steunt. Een zeer ruime meerderheid dus…
De resultaten:
Flanders Wallonia
Return to unitary Belgium
14.5% 46.7%
Federal state with more powers for the central
authority than now
12.7% 13.9%
Federal state with more powers for the communities
and regions than now
28.1% 14.6%
Federal state with as many powers as possible
for communities and regions
32.6% 19.3%
Separatism
12.0% 5.5%
Source: ISPO/PIOP, 1999 (samples weighted by age, gender, education and vote)
Een zeer simpel optelsommetje leert ons dat, volgens de cijfers uit dit onderzoek, 72,7% van de Vlamingen een staatshervorming met meer bevoegdheden voor de deelstaten steunt. Een zeer ruime meerderheid dus…
zondag 25 mei 2008
Tussen miljoen en miljard
De Gucht overdrijft serieus, nog maar is. Dit weekend zegt hij zelf, in het interview met RTL, dat de totale Belgische hulp aan Congo op jaarbasis ongeveer 200 miljoen euro bedraagt. Deze voormiddag, in de zevende dag, heeft hij het al over “miljarden euro’s hulp aan congo”.
Karel De Gucht is met andere woorden nu al aan het solliciteren voor een postje als minister van begroting in de volgende regering. Daar hebben ze mensen nodig die miljarden zien waar ze niet zijn.
Karel De Gucht is met andere woorden nu al aan het solliciteren voor een postje als minister van begroting in de volgende regering. Daar hebben ze mensen nodig die miljarden zien waar ze niet zijn.
BHV in 2005
Tijd om het geheugen even op te frissen. Ook in 2005 was BHV al een probleem, met wat interne strubbelingen in de regering Verhofstadt II tot gevolg. Ook toen werd er gekozen voor een breed overleg, met de bedoeling het beperkte draagvlak van de regering te overstijgen. Uiteindelijk kwam er een akkoord uit de bus met enorm veel Vlaamse toegevingen (klik hier voor de nota). Spirit stond onder druk van de achterban, naar het schijnt vond zelfs Hugo Schiltz dat er te veel toegevingen werden gedaan, en kelderde uiteindelijk de onderhandelingen door op te stappen. Logisch, want de Franstaligen hadden naar het schijnt doodleuk op het einde ook nog is de uitbreiding van Brussel op tafel hadden gelegd. Bovenop alle andere toegevingen wel te verstaan.
Tot zover een korte historische schets. In 2005 leidde Verhofstadt de conferentie, iemand die nu aanbeden wordt om zijn ‘staatsdragende capaciteiten’ (sic). Een belgicistische premier kon geen oplossing vinden, waarom zou een Vlaamse premier dat dan wel kunnen? Bovendien is de CD&V nog wat verder geradicaliseerd, en volgt Open VLD omdat ze niet willen terechtstaan als ‘slechte Vlamingen'. Als men nu de helft van de toegevingen doet die in het akkoord uit 2005 staan zal de achterban van CD&V (zeer) heftig protesteren. En dan hebben we het enkel over de splitsing van BHV. Als de Franstaligen ook Vlaamse toegevingen willen voor een staatshervorming is het hek helemaal van de dam.
Dat is dus de Vlaamse kant van de zaak, aan de andere kant van de taalgrens liggen de kaarten anders. Daar is het akkoord uit 2005 een referentie. Als ze toen zoveel toegevingen hebben kunnen loskrijgen, waarom zouden ze dan nu met minder tevreden zijn? Dat de media een toekomstig akkoord met het bijna-akkoord uit 2005 vergelijken is niet ondenkbaar. Aan Vlaamse zijde wil men dan kunnen zeggen dat er minder toegevingen instaan, aan Franstalige zijde is het net omgekeerd.
Aan Vlaamse kant is 2005 het minimum, aan Franstalige kant is dat het maximum. Kan er iemand mij zeggen hoe dit ooit tot een oplossing kan komen?
De reden waarom er nu maar wat aanmoddert, is omdat er geen alternatief is. Nieuwe verkiezingen hebben zeer waarschijnlijk ongeveer dezelfde uitkomst, en bovendien zijn ze nog ongrondwettelijk ook. Het laatste wat dit landje nodig heeft na al de negatieve buitenlandse persartikels is een ongrondwettelijke verkiezing. Van een internationale afgang gesproken.
Proberen krampachtig toch nog een oplossing te vinden is dus de boodschap, hopelijk zijn ze bij CD&V al een tijdje aan het bidden voor een mirakel. Jezus won't save you this time
Tot zover een korte historische schets. In 2005 leidde Verhofstadt de conferentie, iemand die nu aanbeden wordt om zijn ‘staatsdragende capaciteiten’ (sic). Een belgicistische premier kon geen oplossing vinden, waarom zou een Vlaamse premier dat dan wel kunnen? Bovendien is de CD&V nog wat verder geradicaliseerd, en volgt Open VLD omdat ze niet willen terechtstaan als ‘slechte Vlamingen'. Als men nu de helft van de toegevingen doet die in het akkoord uit 2005 staan zal de achterban van CD&V (zeer) heftig protesteren. En dan hebben we het enkel over de splitsing van BHV. Als de Franstaligen ook Vlaamse toegevingen willen voor een staatshervorming is het hek helemaal van de dam.
Dat is dus de Vlaamse kant van de zaak, aan de andere kant van de taalgrens liggen de kaarten anders. Daar is het akkoord uit 2005 een referentie. Als ze toen zoveel toegevingen hebben kunnen loskrijgen, waarom zouden ze dan nu met minder tevreden zijn? Dat de media een toekomstig akkoord met het bijna-akkoord uit 2005 vergelijken is niet ondenkbaar. Aan Vlaamse zijde wil men dan kunnen zeggen dat er minder toegevingen instaan, aan Franstalige zijde is het net omgekeerd.
Aan Vlaamse kant is 2005 het minimum, aan Franstalige kant is dat het maximum. Kan er iemand mij zeggen hoe dit ooit tot een oplossing kan komen?
De reden waarom er nu maar wat aanmoddert, is omdat er geen alternatief is. Nieuwe verkiezingen hebben zeer waarschijnlijk ongeveer dezelfde uitkomst, en bovendien zijn ze nog ongrondwettelijk ook. Het laatste wat dit landje nodig heeft na al de negatieve buitenlandse persartikels is een ongrondwettelijke verkiezing. Van een internationale afgang gesproken.
Proberen krampachtig toch nog een oplossing te vinden is dus de boodschap, hopelijk zijn ze bij CD&V al een tijdje aan het bidden voor een mirakel. Jezus won't save you this time
zaterdag 24 mei 2008
De Gucht = klucht
Nog maar is wordt pijnlijk duidelijk dat de diplomatieke voeling van minister Karel De Gucht (Open VLD) ver onder nul ligt. Dit weekend vond hij het nodig om nog maar is het Congolese beleid te bekritiseren. De Gucht kan het blijkbaar niet hebben dat men hem in Congo niet ziet als een soort spirituele leider die onvoorwaardelijk moet gevolgd worden.
Congo is nog (altijd) aan het herstellen van de burgeroorlog, al lijkt het land nu toch een democratische route in te slagen. Kabila is democratisch verkozen, en heeft dus het recht een eigen beleid voor zijn land uit te stippelen. Als dat beleid op een aantal punten afwijkt van het beleid dat De Gucht/België graag zou zien, dan is dat maar zo. Met wat beledigingen gaan we er niet komen, we moeten integendeel het democratische proces in Congo (blijven) steunen. Men mag ‘ontwikkelingsbeleid’ niet verwarren met ‘Westers beleid’. Als Congo hulp krijgt van ons land dan is dat niet om ons beleid te kopiëren, wel om zelf een democratisch beleid te kunnen voeren. Het is juist de Westerse arrogantie die een land als Congo in de handen van China drijft, een land dat alleen uit is op de plundering van het land (klinkt dat kolonialistische verhaaltje niet bekend?).
Over China gesproken, blijkbaar is een speciaal Belgisch kunstwerk gaan plaatsen ter ere van de Olympische Spelen geen probleem. Nochtans heeft die communistische dictatuur van het schenden van mensenrechten bijna een nationale sport gemaakt. Daar heeft De Gucht geen commentaar op, waarschijnlijk omdat hij beseft dat zijn invloed in China marginaal is.
De Gucht beledigt Congo niet openlijk omdat hij dat wil, maar omdat hij dat kan. Het gaat puur om wat machogedrag van een machtgeile dandy. Het signaal dat Congo geeft is in dat opzicht een goede zaak. De Gucht moet is beseffen dat hij een land vertegenwoordigd als hij bepaalde uitspraken doet, zijn enorme ego strelen kan echt niet de bedoeling zijn. Internationale betrekkingen zijn een delicate zaak, met uitspraken die beledigend kunnen zijn moet men zeer voorzichtig omspringen.
Nog maar is kan de Belgische diplomatie in Congo de rommel gaan opkuisen die De Gucht achterlaat. De slechtste minister van financiën ooit hadden we al, De Gucht mag nu bovenaan plaatsnemen in de 'erelijst' van slechtste ministers van buitenlandse zaken ooit.
Congo is nog (altijd) aan het herstellen van de burgeroorlog, al lijkt het land nu toch een democratische route in te slagen. Kabila is democratisch verkozen, en heeft dus het recht een eigen beleid voor zijn land uit te stippelen. Als dat beleid op een aantal punten afwijkt van het beleid dat De Gucht/België graag zou zien, dan is dat maar zo. Met wat beledigingen gaan we er niet komen, we moeten integendeel het democratische proces in Congo (blijven) steunen. Men mag ‘ontwikkelingsbeleid’ niet verwarren met ‘Westers beleid’. Als Congo hulp krijgt van ons land dan is dat niet om ons beleid te kopiëren, wel om zelf een democratisch beleid te kunnen voeren. Het is juist de Westerse arrogantie die een land als Congo in de handen van China drijft, een land dat alleen uit is op de plundering van het land (klinkt dat kolonialistische verhaaltje niet bekend?).
Over China gesproken, blijkbaar is een speciaal Belgisch kunstwerk gaan plaatsen ter ere van de Olympische Spelen geen probleem. Nochtans heeft die communistische dictatuur van het schenden van mensenrechten bijna een nationale sport gemaakt. Daar heeft De Gucht geen commentaar op, waarschijnlijk omdat hij beseft dat zijn invloed in China marginaal is.
De Gucht beledigt Congo niet openlijk omdat hij dat wil, maar omdat hij dat kan. Het gaat puur om wat machogedrag van een machtgeile dandy. Het signaal dat Congo geeft is in dat opzicht een goede zaak. De Gucht moet is beseffen dat hij een land vertegenwoordigd als hij bepaalde uitspraken doet, zijn enorme ego strelen kan echt niet de bedoeling zijn. Internationale betrekkingen zijn een delicate zaak, met uitspraken die beledigend kunnen zijn moet men zeer voorzichtig omspringen.
Nog maar is kan de Belgische diplomatie in Congo de rommel gaan opkuisen die De Gucht achterlaat. De slechtste minister van financiën ooit hadden we al, De Gucht mag nu bovenaan plaatsnemen in de 'erelijst' van slechtste ministers van buitenlandse zaken ooit.
vrijdag 23 mei 2008
donderdag 22 mei 2008
Weg van de verzuiling
De kwaliteit van katholieke scholen zou beter zijn dan die van staatsscholen. Dat is alleszins de conclusie die Alain Destexhe (MR) trekt uit de Pisa-onderzoeken. Met andere woorden het ideale moment om een statement te maken: het onderscheidt tussen staatsscholen en katholieke scholen is niet meer van deze tijd. Het is een laatste stuiptrekking van de bekrompen verzuiling. Hoog tijd om euthanasie toe te passen op dit verjaarde concept.
Pluralistische scholen zijn de toekomst, een oud ideaal van de progressieve beweging dat met de regelmaat van de klok komt bovendrijven. Voor mij wil dit niet zeggen dat het vrije initiatief van de scholen moet verdwijnen. Wel houdt de kern van het pluralistische onderwijs in dat de keuzevrijheid van de leerling wordt vergroot. In tegenstelling tot wat men beweerd is er op dit moment geen echte vrije keuze voor de leerlingen. Zoals de studie uitwijst is de kwaliteit van het vrije net beter, dus wie vrijzinnig is en een kwalitatief hoogstaand onderwijs wil moet wel naar een katholieke school. Concreet lijken enkele aanzetten voor een pluralistisch onderwijs wel op zijn plaats.
Zelf zou ik voorstellen dat de lessen godsdienst in de katholieke scholen door de leerlingen zelf worden ingevuld door een eigen keuze. Als enige voorwaarde wordt dan gesteld dat het gaat om een levensbeschouwelijke invulling. Voor wie niet kan volgen even een voorbeeld:
Als een minimum aantal leerlingen (bijvoorbeeld 10%) kiest voor een bepaalde invulling van de 2 uren die vrijkomen door het wegvallen van de verplichte godsdienstlessen, moet deze les gegeven worden. Voor alle duidelijkheid kan het dus ook zijn dat de leerlingen kiezen voor een les katholieke godsdienst (domme leerlingetjes bestaan ook, nietwaar). De leerlingen volgen dus een levensbeschouwelijk vak dat ze zelf kiezen. Als minstens 10% kiest voor pakweg islam of hindoeïsme (ik zeg maar iets…) moet ook dat vak ingericht worden. Omdat een aantal keuzes slechts in beperkte mate zullen voorkomen kunnen daarvoor leerkrachten op provinciaal niveau werken en in een aantal verschillende scholen les geven (bijvoorbeeld 1 of 2 leerkrachten ‘boeddhisme’ voor de hele provincie Antwerpen). De leerlingen kunnen uiteraard ook kiezen om zich te verdiepen in een andere levensbeschouwing dan de hunne. Bijvoorbeeld een katholieke leerling die graag wat meer zou weten over de Islam en een schooljaar kiest voor ‘Islam’ als levensbeschouwelijk vak.
Bovenop deze vrije keuze is er ook meer nood aan coördinatie tussen scholen. Meer nog dan nu al het geval is moet het concept van de ‘schoolgemeenschap’ worden aangemoedigd. Een schoolgemeenschap houdt een samenwerking in tussen een aantal geografisch gegroepeerde scholen. Zo kunnen bijvoorbeeld alle middelbare scholen uit een stad samenwerken om het beleid wat beter te coördineren. Dit komt de kwaliteit ten goede en zal de verschillen die er nu nog bestaan tussen ‘staatsscholen’ en ‘vrije scholen’ helpen terugdringen.
Een open en pluralistisch Vlaanderen heeft nood aan een open en pluralistisch onderwijsnet, onderwijs is immers bij uitstek een product van de samenleving waarin het zich manifesteert.
Pluralistische scholen zijn de toekomst, een oud ideaal van de progressieve beweging dat met de regelmaat van de klok komt bovendrijven. Voor mij wil dit niet zeggen dat het vrije initiatief van de scholen moet verdwijnen. Wel houdt de kern van het pluralistische onderwijs in dat de keuzevrijheid van de leerling wordt vergroot. In tegenstelling tot wat men beweerd is er op dit moment geen echte vrije keuze voor de leerlingen. Zoals de studie uitwijst is de kwaliteit van het vrije net beter, dus wie vrijzinnig is en een kwalitatief hoogstaand onderwijs wil moet wel naar een katholieke school. Concreet lijken enkele aanzetten voor een pluralistisch onderwijs wel op zijn plaats.
Zelf zou ik voorstellen dat de lessen godsdienst in de katholieke scholen door de leerlingen zelf worden ingevuld door een eigen keuze. Als enige voorwaarde wordt dan gesteld dat het gaat om een levensbeschouwelijke invulling. Voor wie niet kan volgen even een voorbeeld:
Als een minimum aantal leerlingen (bijvoorbeeld 10%) kiest voor een bepaalde invulling van de 2 uren die vrijkomen door het wegvallen van de verplichte godsdienstlessen, moet deze les gegeven worden. Voor alle duidelijkheid kan het dus ook zijn dat de leerlingen kiezen voor een les katholieke godsdienst (domme leerlingetjes bestaan ook, nietwaar). De leerlingen volgen dus een levensbeschouwelijk vak dat ze zelf kiezen. Als minstens 10% kiest voor pakweg islam of hindoeïsme (ik zeg maar iets…) moet ook dat vak ingericht worden. Omdat een aantal keuzes slechts in beperkte mate zullen voorkomen kunnen daarvoor leerkrachten op provinciaal niveau werken en in een aantal verschillende scholen les geven (bijvoorbeeld 1 of 2 leerkrachten ‘boeddhisme’ voor de hele provincie Antwerpen). De leerlingen kunnen uiteraard ook kiezen om zich te verdiepen in een andere levensbeschouwing dan de hunne. Bijvoorbeeld een katholieke leerling die graag wat meer zou weten over de Islam en een schooljaar kiest voor ‘Islam’ als levensbeschouwelijk vak.
Bovenop deze vrije keuze is er ook meer nood aan coördinatie tussen scholen. Meer nog dan nu al het geval is moet het concept van de ‘schoolgemeenschap’ worden aangemoedigd. Een schoolgemeenschap houdt een samenwerking in tussen een aantal geografisch gegroepeerde scholen. Zo kunnen bijvoorbeeld alle middelbare scholen uit een stad samenwerken om het beleid wat beter te coördineren. Dit komt de kwaliteit ten goede en zal de verschillen die er nu nog bestaan tussen ‘staatsscholen’ en ‘vrije scholen’ helpen terugdringen.
Een open en pluralistisch Vlaanderen heeft nood aan een open en pluralistisch onderwijsnet, onderwijs is immers bij uitstek een product van de samenleving waarin het zich manifesteert.
woensdag 21 mei 2008
Sereniteit zoek
Open VLD doet het weer. Net op het moment dat de Belgische politici wat minder in de aandacht staan hebben ze bij Open VLD blijkbaar al een acute nood aan wat meer aandacht. Met een grote persconferentie deelden ze vandaag mee dat ze een aantal voorstellen zullen indienen, onder andere om euthanasie voor minderjarigen mogelijk te maken. Dat er hiervoor op dit moment geen politieke meerderheid bestaat is voor mij persoonlijk geen serieus argument, het parlement is er om te debatteren - in deze kwestie liefst in de Senaat.
Wat mij wel enorm stoort is de manier waarop Open VLD dit aanpakt, ze hebben door het massaal bijeenroepen van de pers eigenlijk al elke weg naar een sereen debat geblokkeerd. Als men echt begaan is met het lot van terminaal zieke minderjarigen roept men de pers niet bijeen. Ze zijn op de liberale partijtop niet begaan met het lot van deze groep in de samenleving, ze willen er enkel electorale winst uit slagen. Eerst een aantal voorstellen indienen waarvan men weet dat ze er niet doorkomen, om dan achteraf te kunnen zeggen: ‘wij hebben het ondraaglijk lijden willen verminderen, maar de andere partijen wilden niet volgen’.
Men had deze voorstellen gerust zonder een hele heisa op de tafel van de Senaat kunnen leggen, zodat er rustig over kon gedebatteerd worden zonder een horde hyperactieve journalisten in de perstribune. Deze kans is nu verspeeld, met dank aan Open VLD.
De liberalen hadden nog maar is nood aan wat extra aandacht. Het is hun gelukt. Zonde dat de mogelijkheid van minderjarigen om te kiezen voor euthanasie hierdoor nog maar is herleid wordt tot een electoraal spelletje. Maar dat is een prijs die ze bij Open VLD blijkbaar graag willen betalen voor een dagje egotrippen en campagne voeren.
Wat mij wel enorm stoort is de manier waarop Open VLD dit aanpakt, ze hebben door het massaal bijeenroepen van de pers eigenlijk al elke weg naar een sereen debat geblokkeerd. Als men echt begaan is met het lot van terminaal zieke minderjarigen roept men de pers niet bijeen. Ze zijn op de liberale partijtop niet begaan met het lot van deze groep in de samenleving, ze willen er enkel electorale winst uit slagen. Eerst een aantal voorstellen indienen waarvan men weet dat ze er niet doorkomen, om dan achteraf te kunnen zeggen: ‘wij hebben het ondraaglijk lijden willen verminderen, maar de andere partijen wilden niet volgen’.
Men had deze voorstellen gerust zonder een hele heisa op de tafel van de Senaat kunnen leggen, zodat er rustig over kon gedebatteerd worden zonder een horde hyperactieve journalisten in de perstribune. Deze kans is nu verspeeld, met dank aan Open VLD.
De liberalen hadden nog maar is nood aan wat extra aandacht. Het is hun gelukt. Zonde dat de mogelijkheid van minderjarigen om te kiezen voor euthanasie hierdoor nog maar is herleid wordt tot een electoraal spelletje. Maar dat is een prijs die ze bij Open VLD blijkbaar graag willen betalen voor een dagje egotrippen en campagne voeren.
Internationale faling. Weeral
De toestand in Zuid-Afrika is rampzalig, etnisch geweld bereikt er nieuwe ‘hoogtes’ (alhoewel we waarschijnlijk beter spreken van ‘dieptepunten’). De internationale gemeenschap heeft gefaald, daar is geen stok tussen te krijgen.
Sinds het begin van dit decennium gaat de economische en politieke toestand in Zimbabwe zienderogen achteruit. Zimbabwe kampt met een enorme inflatie, terwijl het militaire regime zowat elke oppositie onderdrukt. Het gevolg is dat heel wat Zimbabwaanse vluchtelingen Zuid-Afrika als enige redding zien. Een massale migratiestroom, die bovendien niet gecoördineerd wordt, heeft zich al een hele tijd terug op gang getrokken.
Thabo Mbeki (de president van Zuid-Afrika) doet geen moeite om wat structuur te brengen in de stroom vluchteling, hij denkt dat hij daarmee Robert Mugabe (president van buurland Zimbabwe) een plezier doet. Het logische gevolg is een moeilijke toestand voor de vluchtelingen, waarvan de meesten geen statuut hebben omdat ze er simpelweg geen kunnen krijgen. Illegaliteit en marginaliteit zijn de humanitair onaanvaardbare gevolgen.
De situatie is dus zeer ernstig, kijken we bijvoorbeeld naar volgend citaat:
Human Rights Watch report that thousands of Zimbabweans face harsh conditions and abuse on South Africa's farms, yet no one opts to go back to Zimbabwe.
But as the number of exiles grows, so does resentment. 'They are taking our jobs. They are stealing. We should send them all back,' said Nepo Nkhahle, who runs a trucking business.
'I know it is not their fault. They don't know where their next meal is. But many South Africans are getting fed up with this.'
Dit is een citaat uit The Guardian van 1 juli 2007 ... . Deze toestand sleept al veel langer aan, en de Westerse regeringen en media waren hier maar al te goed van op de hoogte. Maar de media vindt buitenlandse berichtgeving blijkbaar pas interessant als men gruwelijke foto’s naast het artikel kan plaatsen. De Westerse regeringen daarentegen voelen zich niet geroepen om een duidelijk diplomatiek project te starten. Er is immers geen vraag naar bij de bevolking, en dus zijn er geen stemmen te winnen.
De signalen waren er nochtans, geen enkele diplomaat of een andere internationale vertegenwoordiger kan er naast zien. Neem bijvoorbeeld het artikel van 29 januari 2007 (ook al uit 'The Guardian', voor iedereen die op de hoogte wil blijven van internationale politiek is 'The Guardian Weekly' trouwens ook een aanrader) waar men rapporteert over een studie van de Afrikaanse Unie:
“African governments have warned South Africa that growing corruption, rampant violent crime and xenophobia are undermining confidence in the continent's largest economy and threaten the stability of post-apartheid democracy.”
(...)
“The AU report said the rise in crime is increasingly blamed on foreigners, which in turn spawns xenophobia and more attacks. Nigerians, Zimbabweans and Mozambicans in particular are blamed for drug dealing, armed robberies and burglary. Foreigners are also accused of taking jobs; Somali traders were attacked in Cape Town recently by rival South Africans.
The AU calls on the government to "deal systematically, deliberately and effectively with the lingering vestiges of racism" and better ways to end xenophobia. The government said it will wait until the report is released before responding.”
Dit is berichtgeving van zo’n anderhalf jaar geleden. Uiteraard kun je niet verwachten dat de gemiddelde burger The Guardian/International Herald Tribune/... leest, maar de overheid heeft de plicht situaties als deze onder de aandacht te brengen.
Deze situatie is eigenlijk een goed voorbeeld van waar het fout loopt in de Internationale diplomatie. De focus ligt te veel op beheersing van conflicten en vredesbesprekingen achteraf. Dit is inefficiënt, de nadruk moet juist liggen op preventie, het vermijden van conflicten en duurzame ontwikkeling in plaats van conflictbeheersing. Uiteraard kan het soms uit de hand lopen, diplomatie is geen wonderoplossing. Maar nu is een situatie die uit de hand loopt de norm, niet de uitzondering. De diplomatie heeft weeral gefaald, het is dringend tijd om hier lessen uit te trekken.
Sinds het begin van dit decennium gaat de economische en politieke toestand in Zimbabwe zienderogen achteruit. Zimbabwe kampt met een enorme inflatie, terwijl het militaire regime zowat elke oppositie onderdrukt. Het gevolg is dat heel wat Zimbabwaanse vluchtelingen Zuid-Afrika als enige redding zien. Een massale migratiestroom, die bovendien niet gecoördineerd wordt, heeft zich al een hele tijd terug op gang getrokken.
Thabo Mbeki (de president van Zuid-Afrika) doet geen moeite om wat structuur te brengen in de stroom vluchteling, hij denkt dat hij daarmee Robert Mugabe (president van buurland Zimbabwe) een plezier doet. Het logische gevolg is een moeilijke toestand voor de vluchtelingen, waarvan de meesten geen statuut hebben omdat ze er simpelweg geen kunnen krijgen. Illegaliteit en marginaliteit zijn de humanitair onaanvaardbare gevolgen.
De situatie is dus zeer ernstig, kijken we bijvoorbeeld naar volgend citaat:
Human Rights Watch report that thousands of Zimbabweans face harsh conditions and abuse on South Africa's farms, yet no one opts to go back to Zimbabwe.
But as the number of exiles grows, so does resentment. 'They are taking our jobs. They are stealing. We should send them all back,' said Nepo Nkhahle, who runs a trucking business.
'I know it is not their fault. They don't know where their next meal is. But many South Africans are getting fed up with this.'
Dit is een citaat uit The Guardian van 1 juli 2007 ... . Deze toestand sleept al veel langer aan, en de Westerse regeringen en media waren hier maar al te goed van op de hoogte. Maar de media vindt buitenlandse berichtgeving blijkbaar pas interessant als men gruwelijke foto’s naast het artikel kan plaatsen. De Westerse regeringen daarentegen voelen zich niet geroepen om een duidelijk diplomatiek project te starten. Er is immers geen vraag naar bij de bevolking, en dus zijn er geen stemmen te winnen.
De signalen waren er nochtans, geen enkele diplomaat of een andere internationale vertegenwoordiger kan er naast zien. Neem bijvoorbeeld het artikel van 29 januari 2007 (ook al uit 'The Guardian', voor iedereen die op de hoogte wil blijven van internationale politiek is 'The Guardian Weekly' trouwens ook een aanrader) waar men rapporteert over een studie van de Afrikaanse Unie:
“African governments have warned South Africa that growing corruption, rampant violent crime and xenophobia are undermining confidence in the continent's largest economy and threaten the stability of post-apartheid democracy.”
(...)
“The AU report said the rise in crime is increasingly blamed on foreigners, which in turn spawns xenophobia and more attacks. Nigerians, Zimbabweans and Mozambicans in particular are blamed for drug dealing, armed robberies and burglary. Foreigners are also accused of taking jobs; Somali traders were attacked in Cape Town recently by rival South Africans.
The AU calls on the government to "deal systematically, deliberately and effectively with the lingering vestiges of racism" and better ways to end xenophobia. The government said it will wait until the report is released before responding.”
Dit is berichtgeving van zo’n anderhalf jaar geleden. Uiteraard kun je niet verwachten dat de gemiddelde burger The Guardian/International Herald Tribune/... leest, maar de overheid heeft de plicht situaties als deze onder de aandacht te brengen.
Deze situatie is eigenlijk een goed voorbeeld van waar het fout loopt in de Internationale diplomatie. De focus ligt te veel op beheersing van conflicten en vredesbesprekingen achteraf. Dit is inefficiënt, de nadruk moet juist liggen op preventie, het vermijden van conflicten en duurzame ontwikkeling in plaats van conflictbeheersing. Uiteraard kan het soms uit de hand lopen, diplomatie is geen wonderoplossing. Maar nu is een situatie die uit de hand loopt de norm, niet de uitzondering. De diplomatie heeft weeral gefaald, het is dringend tijd om hier lessen uit te trekken.
dinsdag 20 mei 2008
Staking en liberalisering
Vandaag staking bij de spoorwegen, 24u ambiance gegarandeerd. Net zoals bijna iedereen die niet zelf bij de spoorwegen werkt ben ook ik ervan overtuigd dat deze staking compleet onverantwoord is. Het gaat over een aantal eerder kleine aanpassingen in de nieuwe CAO, een volledige dag het treinverkeer lamleggen is dan ook compleet overdreven. Zelfs als men absoluut actie wil voeren zijn er alternatieven, zoals een ontregeling van het treinverkeer (dan zijn er vertragingen, maar de treinen rijden tenminste) of een betaalstaking.
Dat er iets moet veranderen aan de structuur van de NMBS is al langer duidelijk. Deze staking is misschien het ideale moment om een hervorming van de spoorwegen op de politieke tafel te leggen. We zien dat Jong VLD en LDD deze opportuniteit met beide handen proberen te grijpen.
Waar Open VLD steeds meer een centrumkoers gaat varen lijkt de jongerenafdeling zich vast te klampen aan een rechtslibertair ideaal. Hiermee komen ze eigenlijk in het vaarwater van LDD, als de partijtop niet ingrijpt kan deze split tussen Open VLD en Jong VLD in de toekomst nog voor heel wat problemen gaan zorgen. Maar dit compleet terzijde, terug naar de spoorwegen nu.
Ondanks de commentaar van (Jong ) Open VLD en LDD (minimale dienstverlening in het geval van VLD, liberalisering in het geval van Jong VLD en LDD) ontbreekt nog maar is het internationaal perspectief. De vakbonden verzetten zich immers al bij voorbaat tegen een liberalisering en ook aan de linker- en extreem-rechtse zijde ziet men dit liever niet gebeuren.
Toch zou het in deze kwestie niet mogen gaan over ‘pro’ of ‘contra’ liberalisering (toegegeven, zelf neig ik meer naar het ‘contra’-kamp), de EU wil immers op termijn naar een liberalisering van het personenvervoer per trein. Voor het vrachtvervoer via het spoor zijn al een aantal duidelijke afspraken gemaakt in het tweede spoorwegpakket. In het derde spoorwegpakket staat dan weer het volgende te lezen:
De zeer hevige concurrentie door goedkope luchtvaartmaatschappijen op de verbindingen tussen de grote Europese steden vormt een aanzienlijke bedreiging voor de internationale spoorverbindingen. Wat dit betreft moet de liberalisering het spoorvervoer in staat stellen nieuwe initiatieven te ontwikkelen en de kosten te drukken zodat tegen 2010 concurrerende internationale diensten kunnen worden aangeboden.
Er is dus al sprake van een Europees regelgevend kader voor vracht- en internationaal personenvervoer via het spoor. Voorlopig is er nog geen bindend kader voor het nationale personenvervoer, maar verwacht wordt dat dit niet al te lang meer zal duren. België loopt het risico niet voorbereid te zijn als de verplichte liberalisering er uiteindelijk komt. Dan zal Europa de overgangsmaatregelen bepalen, nu kan België deze nog zelf vastleggen.
De discussie of de liberalisering al dan niet een goede zaak is doet er eigenlijk niet toe, de manier waarop dit gebeurd wél. Goede overgangsmaatregelen uitwerken zodat iedereen (belastingbetaler, overheid, werknemers, passagiers, …) de overgang naar een vrijmaking van het spoor kan verteren is de essentie.
Jammer genoeg ontbreekt deze discussie nu compleet, waardoor België voor de zoveelste keer de internationale/Europese boot dreigt te missen. Als we willen vermijden dat de regering op het laatste nippertje een hele reeks ondoordachte regels door het parlement jaagt, om toch maar op tijd een liberalisering te bewerkstelligen, moet er nu iets veranderen. In Groot-Brittannië heeft men op zeer korte termijn een vrijmaking van de markt willen forceren, met slechte tevredenheidcijfers van de passagiers en aan aantal veiligheidsschandalen tot gevolg. We moeten leren uit die fouten en nu al anticiperen op toekomstige Europese regelgeving die er sowieso komt, het is enkel een kwestie van tijd.
De huidige discussie is dus zonder enig internationaal perspectief, het einddoel - liberalisering - staat immers al zo goed als vast. Enkel de weg ernaartoe kunnen we (voorlopig) nog zelf invullen. Het is in ieders belang, zowel van voorstanders als tegenstanders, dat we nu al een inhoudelijk debat voeren over goede overgangsmaatregelen.
Dat er iets moet veranderen aan de structuur van de NMBS is al langer duidelijk. Deze staking is misschien het ideale moment om een hervorming van de spoorwegen op de politieke tafel te leggen. We zien dat Jong VLD en LDD deze opportuniteit met beide handen proberen te grijpen.
Waar Open VLD steeds meer een centrumkoers gaat varen lijkt de jongerenafdeling zich vast te klampen aan een rechtslibertair ideaal. Hiermee komen ze eigenlijk in het vaarwater van LDD, als de partijtop niet ingrijpt kan deze split tussen Open VLD en Jong VLD in de toekomst nog voor heel wat problemen gaan zorgen. Maar dit compleet terzijde, terug naar de spoorwegen nu.
Ondanks de commentaar van (Jong ) Open VLD en LDD (minimale dienstverlening in het geval van VLD, liberalisering in het geval van Jong VLD en LDD) ontbreekt nog maar is het internationaal perspectief. De vakbonden verzetten zich immers al bij voorbaat tegen een liberalisering en ook aan de linker- en extreem-rechtse zijde ziet men dit liever niet gebeuren.
Toch zou het in deze kwestie niet mogen gaan over ‘pro’ of ‘contra’ liberalisering (toegegeven, zelf neig ik meer naar het ‘contra’-kamp), de EU wil immers op termijn naar een liberalisering van het personenvervoer per trein. Voor het vrachtvervoer via het spoor zijn al een aantal duidelijke afspraken gemaakt in het tweede spoorwegpakket. In het derde spoorwegpakket staat dan weer het volgende te lezen:
De zeer hevige concurrentie door goedkope luchtvaartmaatschappijen op de verbindingen tussen de grote Europese steden vormt een aanzienlijke bedreiging voor de internationale spoorverbindingen. Wat dit betreft moet de liberalisering het spoorvervoer in staat stellen nieuwe initiatieven te ontwikkelen en de kosten te drukken zodat tegen 2010 concurrerende internationale diensten kunnen worden aangeboden.
Er is dus al sprake van een Europees regelgevend kader voor vracht- en internationaal personenvervoer via het spoor. Voorlopig is er nog geen bindend kader voor het nationale personenvervoer, maar verwacht wordt dat dit niet al te lang meer zal duren. België loopt het risico niet voorbereid te zijn als de verplichte liberalisering er uiteindelijk komt. Dan zal Europa de overgangsmaatregelen bepalen, nu kan België deze nog zelf vastleggen.
De discussie of de liberalisering al dan niet een goede zaak is doet er eigenlijk niet toe, de manier waarop dit gebeurd wél. Goede overgangsmaatregelen uitwerken zodat iedereen (belastingbetaler, overheid, werknemers, passagiers, …) de overgang naar een vrijmaking van het spoor kan verteren is de essentie.
Jammer genoeg ontbreekt deze discussie nu compleet, waardoor België voor de zoveelste keer de internationale/Europese boot dreigt te missen. Als we willen vermijden dat de regering op het laatste nippertje een hele reeks ondoordachte regels door het parlement jaagt, om toch maar op tijd een liberalisering te bewerkstelligen, moet er nu iets veranderen. In Groot-Brittannië heeft men op zeer korte termijn een vrijmaking van de markt willen forceren, met slechte tevredenheidcijfers van de passagiers en aan aantal veiligheidsschandalen tot gevolg. We moeten leren uit die fouten en nu al anticiperen op toekomstige Europese regelgeving die er sowieso komt, het is enkel een kwestie van tijd.
De huidige discussie is dus zonder enig internationaal perspectief, het einddoel - liberalisering - staat immers al zo goed als vast. Enkel de weg ernaartoe kunnen we (voorlopig) nog zelf invullen. Het is in ieders belang, zowel van voorstanders als tegenstanders, dat we nu al een inhoudelijk debat voeren over goede overgangsmaatregelen.
zondag 18 mei 2008
Birma en diplomatie
Op de site van The Guardian wordt een goed beeld geschept van hoe erg de situatie in Birma is. Er gebeuren schrijnende toestanden, de dodentol stijgt richting 100 000 (!). Toch weigert de het militaire regime zowat elke buitenlandse steun. Het is dan ook logische dat in de Westerse wereld amper een solidariteitsactie op gang komt, niemand geeft graag geld als niet eens vaststaat of dat geld wel kan gebruikt worden.
Dat de Junta in Birma zo reageert hoeft niet te verbazen, een plotse zondvloed aan internationale organisaties zou het autoritaire regime kunnen ondermijnen. Ondanks zeer zware internationale druk (bijvoorbeeld de vlijmscherpe uithaal van Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de VN) plooit het regime amper. Internationale hulp geraakt niet ter plaatse, op enkele uitzonderingen na. Hoe te reageren op zo’n situatie is uiteraard zeer delicaat. De reactie van Duitsland en Frankrijk is dan ook kortzichtig, het heeft geen enkele zin een resolutie door de VN Veiligheidsraad te loodsen om zo toch te kunnen interveniëren in Birma. Zowel Rusland als China zullen dan hun veto gebruiken, zo’n precedent is immers zeer verregaand en bovendien heeft China veel te nauwe banden met Birma. Het is niet de moment om in het Westen met de spierballen te rollen, de mensen in Birma hebben hulp nodig, geen resoluties die toch nooit gestemd zullen worden.
Het kan misschien vervelend klinken voor mensen die de mensenrechten heftig verdedigen (en daar reken ik mijzelf zeker bij), maar commentaar geven op het militaire regime is nu geen prioriteit. Hulpverlening moet de kern van de boodschap zijn, de politieke situatie is voorlopig zoveel mogelijk bijzaak. Pas als men hulp het land inkrijgt door een zeer ruime dosis diplomatie van de VN, EU, … kan er een solidariteitsactie op gang komen. Een absolute noodzaak, er staan duizenden levens op het spel.
Als het land dan achteraf toekomt aan de heropbouw is er wel een mogelijkheid om politieke vernieuwing ter sprake te brengen. Een ramp als deze kan dan een ideale (sic) elan zijn voor de bewustwording van het Birmese volk. Kijken we bijvoorbeeld naar de ramp in Tsjernobyl (1986), een humanitaire catastrofe maar historici zijn het er nu wel over eens dat dit mee de val van de communistische dictatuur heeft versneld.
Eigenlijk is het wel vreemd dat in het Westen de Junta in Birma centraal staat, terwijl men voor de humanitaire ramp veel minder aandacht geeft. In Tibet heeft men een religieuze leider, die bovendien ook nog is door zijn vermeende afkomst wordt aangeduid. Van democratie is in Tibet geen sprake, maar toch focust men op de bevrijding van Tibet. En zo hoort het ook in een efficiënt scenario, eerst de bevrijding in Tibet, daarna pas de discussie over de politieke cultuur in Tibet zelf. Laten we voor Birma dezelfde strategie volgen.
Dat de Junta in Birma zo reageert hoeft niet te verbazen, een plotse zondvloed aan internationale organisaties zou het autoritaire regime kunnen ondermijnen. Ondanks zeer zware internationale druk (bijvoorbeeld de vlijmscherpe uithaal van Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de VN) plooit het regime amper. Internationale hulp geraakt niet ter plaatse, op enkele uitzonderingen na. Hoe te reageren op zo’n situatie is uiteraard zeer delicaat. De reactie van Duitsland en Frankrijk is dan ook kortzichtig, het heeft geen enkele zin een resolutie door de VN Veiligheidsraad te loodsen om zo toch te kunnen interveniëren in Birma. Zowel Rusland als China zullen dan hun veto gebruiken, zo’n precedent is immers zeer verregaand en bovendien heeft China veel te nauwe banden met Birma. Het is niet de moment om in het Westen met de spierballen te rollen, de mensen in Birma hebben hulp nodig, geen resoluties die toch nooit gestemd zullen worden.
Het kan misschien vervelend klinken voor mensen die de mensenrechten heftig verdedigen (en daar reken ik mijzelf zeker bij), maar commentaar geven op het militaire regime is nu geen prioriteit. Hulpverlening moet de kern van de boodschap zijn, de politieke situatie is voorlopig zoveel mogelijk bijzaak. Pas als men hulp het land inkrijgt door een zeer ruime dosis diplomatie van de VN, EU, … kan er een solidariteitsactie op gang komen. Een absolute noodzaak, er staan duizenden levens op het spel.
Als het land dan achteraf toekomt aan de heropbouw is er wel een mogelijkheid om politieke vernieuwing ter sprake te brengen. Een ramp als deze kan dan een ideale (sic) elan zijn voor de bewustwording van het Birmese volk. Kijken we bijvoorbeeld naar de ramp in Tsjernobyl (1986), een humanitaire catastrofe maar historici zijn het er nu wel over eens dat dit mee de val van de communistische dictatuur heeft versneld.
Eigenlijk is het wel vreemd dat in het Westen de Junta in Birma centraal staat, terwijl men voor de humanitaire ramp veel minder aandacht geeft. In Tibet heeft men een religieuze leider, die bovendien ook nog is door zijn vermeende afkomst wordt aangeduid. Van democratie is in Tibet geen sprake, maar toch focust men op de bevrijding van Tibet. En zo hoort het ook in een efficiënt scenario, eerst de bevrijding in Tibet, daarna pas de discussie over de politieke cultuur in Tibet zelf. Laten we voor Birma dezelfde strategie volgen.
zaterdag 17 mei 2008
Wadisda?
Een echte vaste rubriek, zowaar. Applaus. Vanaf nu zullen onder de titel ‘wadisda’ termen uit de actualiteit wat meer toegelicht.
De spits wordt afgebeten door ‘GEN’, het ‘Gewestelijk Expres Net’ dat voor wat ophef zorgt, toch als het van Mark Demesmaeker (N-VA) afhangt. Dit project, dat tegen 2012 operationeel zou moeten zijn (dus als het tegen 2015 zo ver is mogen we waarschijnlijk tevreden zijn), zou een beter transport tussen Brussel en de Vlaamse rand moeten garanderen.
N-VA dringt er nu sterk op aan bij de minister die bevoegd is voor de Vlaamse rand (Frank Vandenbroucke dus) dat de mogelijke gevolgen voor het Vlaamse karakter van de randgemeenten in kaart worden gebracht. De minister heeft uiteraard gezegd dat hij zich hiermee zal bezighouden. De N-VA is immers een regeringspartner in de Vlaamse regering, zo’n vraag kan minister Vandenbroucke niet afwijzen.
Waar men vooral schrik voor heeft is een stadsvlucht uit Brussel. In De standaard van vrijdag 16/05 deed Mark Reynebeau dit onmiddellijk af als een voorbeeld van bekrompenheid van de Vlaamse Beweging. Dit verwijt is onterecht, want voor zowel Brussel als Vlaanderen zou een stadsvlucht nadelig zijn. Brussel zou veel fiscale inkomsten verliezen (het spreekt voor zich dat vooral de meer gegoeden zullen verhuizen) terwijl de Vlaamse rand zou te maken krijgen met meer verfransing. Een onderzoek naar de mogelijke effecten is dus niet bekrompen, het gaat gewoon om een goede beleidsvoorbereiding.
Het GEN zou zeker een goede zaak zijn, maar het moet goed worden aangepakt. Als zowel Brussel als Vlaanderen verliezen bij het project zijn we slecht bezig. Dus geen bekrompenheid, maar integendeel een opmerking met aandacht voor de toekomst.
De spits wordt afgebeten door ‘GEN’, het ‘Gewestelijk Expres Net’ dat voor wat ophef zorgt, toch als het van Mark Demesmaeker (N-VA) afhangt. Dit project, dat tegen 2012 operationeel zou moeten zijn (dus als het tegen 2015 zo ver is mogen we waarschijnlijk tevreden zijn), zou een beter transport tussen Brussel en de Vlaamse rand moeten garanderen.
N-VA dringt er nu sterk op aan bij de minister die bevoegd is voor de Vlaamse rand (Frank Vandenbroucke dus) dat de mogelijke gevolgen voor het Vlaamse karakter van de randgemeenten in kaart worden gebracht. De minister heeft uiteraard gezegd dat hij zich hiermee zal bezighouden. De N-VA is immers een regeringspartner in de Vlaamse regering, zo’n vraag kan minister Vandenbroucke niet afwijzen.
Waar men vooral schrik voor heeft is een stadsvlucht uit Brussel. In De standaard van vrijdag 16/05 deed Mark Reynebeau dit onmiddellijk af als een voorbeeld van bekrompenheid van de Vlaamse Beweging. Dit verwijt is onterecht, want voor zowel Brussel als Vlaanderen zou een stadsvlucht nadelig zijn. Brussel zou veel fiscale inkomsten verliezen (het spreekt voor zich dat vooral de meer gegoeden zullen verhuizen) terwijl de Vlaamse rand zou te maken krijgen met meer verfransing. Een onderzoek naar de mogelijke effecten is dus niet bekrompen, het gaat gewoon om een goede beleidsvoorbereiding.
Het GEN zou zeker een goede zaak zijn, maar het moet goed worden aangepakt. Als zowel Brussel als Vlaanderen verliezen bij het project zijn we slecht bezig. Dus geen bekrompenheid, maar integendeel een opmerking met aandacht voor de toekomst.
Internationale invloed
Al te vaak wordt beweerd dat België splitsen een domme evolutie zou zijn vanuit internationaal perspectief. We zouden immers internationaal minder meetellen, bijvoorbeeld bij een stemming in de EU, waar de stemmen grotendeels proportioneel worden verdeeld volgens het aantal inwoners. Op het eerste zicht lijkt dit misschien een redelijk argument, maar schijn bedriegt.
Als België zou splitsen kunnen Vlaanderen en Wallonië als onafhankelijke staten nog altijd samen aan hetzelfde zeel trekken als ze het eens zijn over een bepaalde kwestie. Dat wil dus zeggen dat er in die gevallen geen daling is van onze internationale invloed, Vlaanderen en Wallonië die samenwerken genereren immers evenveel druk als een federaal België.
Waar er wel een verschil zou ontstaan is in de kwesties waar Vlaanderen en Wallonië het niet eens zijn over een internationaal standpunt. Het spreekt voor zich dat beide onafhankelijke landen dan niet aan hetzelfde zeel kunnen trekken. Maar als Vlaanderen en Wallonië het binnen het huidige België niet eens zijn moet men een compromis zoeken. België kan immers niet anders dan, in pakweg de EU, met 1 stem spreken. Waar is het democratische gehalte als men internationaal 1 standpunt moet verdedigen terwijl intern Vlaanderen en Wallonië het niet eens zijn?
Bij een splitsing van het land is het dus geen verplichting dat Vlamingen en Walen internationaal samenwerken, maar het kan zonder enig probleem. Uiteraard zal Vlaanderen zwakker staan bij de verdediging van een standpunt binnen de EU als Wallonië dat standpunt niet steun, maar dat is een democratische kostprijs die zeker te aanvaarden is.
Minder internationale invloed in een aantal kwesties in ruil voor meer interne eenheid en een meer directe democratie bij de vorming van een standpunt. Ik zie niet in wat daar verkeerd aan zou kunnen zijn.
Als België zou splitsen kunnen Vlaanderen en Wallonië als onafhankelijke staten nog altijd samen aan hetzelfde zeel trekken als ze het eens zijn over een bepaalde kwestie. Dat wil dus zeggen dat er in die gevallen geen daling is van onze internationale invloed, Vlaanderen en Wallonië die samenwerken genereren immers evenveel druk als een federaal België.
Waar er wel een verschil zou ontstaan is in de kwesties waar Vlaanderen en Wallonië het niet eens zijn over een internationaal standpunt. Het spreekt voor zich dat beide onafhankelijke landen dan niet aan hetzelfde zeel kunnen trekken. Maar als Vlaanderen en Wallonië het binnen het huidige België niet eens zijn moet men een compromis zoeken. België kan immers niet anders dan, in pakweg de EU, met 1 stem spreken. Waar is het democratische gehalte als men internationaal 1 standpunt moet verdedigen terwijl intern Vlaanderen en Wallonië het niet eens zijn?
Bij een splitsing van het land is het dus geen verplichting dat Vlamingen en Walen internationaal samenwerken, maar het kan zonder enig probleem. Uiteraard zal Vlaanderen zwakker staan bij de verdediging van een standpunt binnen de EU als Wallonië dat standpunt niet steun, maar dat is een democratische kostprijs die zeker te aanvaarden is.
Minder internationale invloed in een aantal kwesties in ruil voor meer interne eenheid en een meer directe democratie bij de vorming van een standpunt. Ik zie niet in wat daar verkeerd aan zou kunnen zijn.
vrijdag 16 mei 2008
Hypocrisie van de Europese Commissie
De kritiek die de Europese Commissie uit op de verkoop van bouwgronden in Zaventem, waar als voorwaarde wordt gesteld dat men ten minste bereid is Nederlands te leren, is ronduit hypocriet.
In Italië is er sprake van een aantal opstandjes die hun oorsprong vinden in de haat van vele Italianen tegen de Roma-gemeenschap. Zo werden een aantal Roma-nederzettingen in brand gestoken, sommigen spreken zelfs openlijk van een ‘etnische zuivering’. In Nederland zien we dan weer dat Human Rights Watch (HRW) felle kritiek heeft op het taalexamen dat men moet afleggen vooraleer men nog maar aan huwelijksmigratie kan denken (kostprijs: 350 euro per examen, op voorhand in het emigratieland af te leggen). En zo zijn er nog wel een aantal voorbeelden te vinden in andere West-Europese landen. Nochtans horen we de Commissie dan niet van haar tak maken, maar als het over een simpele gemeente als Zaventem gaat zijn ze plots op hun tenen getrapt.
Het kan aan mijn slechte aard liggen, maar een aantal persoonlijke motieven lijken mij in deze kwestie niet volledig uit te sluiten. Heel wat topmensen uit de EU - en andere internationale instellingen die in Brussel zijn gevestigd - verhuizen immers naar de Vlaamse rand rond Brussel omdat het daar beter wonen is. Die vertegenwoordigers en dergelijke spreken meestal geen Nederlands en hebben waarschijnlijk niet al te veel tijd om onze taal te leren. De Europese commissarissen zien dan ook liever niet dat hun uitwijkmogelijkheden naar de Vlaamse rand rond Brussel worden beperkt. Natuurlijk is het mogelijk dat de Commissie oprecht vindt dat er sprake is van discriminatie, maar dat de commissarissen zelf ook beter worden van hun eigen kritiek is toch wel heel toevallig. Een dubbele agenda van een aantal comissarissen zou mij dan ook niet verwonderen.
Bovendien is het hypocriet dat de EU hier commentaar op geeft terwijl ze zelf werkt aan een richtlijn waarbij de mogelijkheid wordt gegeven dat illegalen die opgepakt worden tot 18 maanden (!) worden opgesloten. Zo’n mensonterend voorstel maakt wel kans, maar een simpele bereidheid om Nederlands te leren bij de aankoop van een grond is te veel gevraagd? Hopelijk komt de EU tot inkeer en volgt men de argumentatie van het Zaventemse bestuur, het Europese hof voor justitie heeft hier niets te zoeken.
In Italië is er sprake van een aantal opstandjes die hun oorsprong vinden in de haat van vele Italianen tegen de Roma-gemeenschap. Zo werden een aantal Roma-nederzettingen in brand gestoken, sommigen spreken zelfs openlijk van een ‘etnische zuivering’. In Nederland zien we dan weer dat Human Rights Watch (HRW) felle kritiek heeft op het taalexamen dat men moet afleggen vooraleer men nog maar aan huwelijksmigratie kan denken (kostprijs: 350 euro per examen, op voorhand in het emigratieland af te leggen). En zo zijn er nog wel een aantal voorbeelden te vinden in andere West-Europese landen. Nochtans horen we de Commissie dan niet van haar tak maken, maar als het over een simpele gemeente als Zaventem gaat zijn ze plots op hun tenen getrapt.
Het kan aan mijn slechte aard liggen, maar een aantal persoonlijke motieven lijken mij in deze kwestie niet volledig uit te sluiten. Heel wat topmensen uit de EU - en andere internationale instellingen die in Brussel zijn gevestigd - verhuizen immers naar de Vlaamse rand rond Brussel omdat het daar beter wonen is. Die vertegenwoordigers en dergelijke spreken meestal geen Nederlands en hebben waarschijnlijk niet al te veel tijd om onze taal te leren. De Europese commissarissen zien dan ook liever niet dat hun uitwijkmogelijkheden naar de Vlaamse rand rond Brussel worden beperkt. Natuurlijk is het mogelijk dat de Commissie oprecht vindt dat er sprake is van discriminatie, maar dat de commissarissen zelf ook beter worden van hun eigen kritiek is toch wel heel toevallig. Een dubbele agenda van een aantal comissarissen zou mij dan ook niet verwonderen.
Bovendien is het hypocriet dat de EU hier commentaar op geeft terwijl ze zelf werkt aan een richtlijn waarbij de mogelijkheid wordt gegeven dat illegalen die opgepakt worden tot 18 maanden (!) worden opgesloten. Zo’n mensonterend voorstel maakt wel kans, maar een simpele bereidheid om Nederlands te leren bij de aankoop van een grond is te veel gevraagd? Hopelijk komt de EU tot inkeer en volgt men de argumentatie van het Zaventemse bestuur, het Europese hof voor justitie heeft hier niets te zoeken.
Een redenering op zijn Frans
De nieuwe hobby waar de Franstaligen zich nu met meer ijver dan ooit op toeleggen is zichzelf internationaal voorstellen als een (zwaar) onderdrukte bevolkingsgroep in ons land. Dit beschadigd het imago van Vlaanderen, zeker omdat de beschuldigingen compleet onterecht zijn. De Franstaligen in ons land zijn bij de best beschermde minderheidsgroepen ter wereld, we kunnen zelfs bijna spreken over een sociologische meerderheid van het Franstalige zuiden.
Een simpele redenering bewijst dan ook dat de Franstaligen door hun communautaire houding de poten vanonder hun eigen internationale stelling zagen.
Als de Franstaligen onderdrukt zouden worden kan dit enkel via het federale niveau. De Vlaamse deelstaat is immers niet in staat het zuiden van dit land te onderdrukken, want dat valt compleet buiten haar bevoegdheden. Dat is ook de reden waarom zowat alle onderdrukte regio’s streven naar meer autonomie, om vanonder de federale (of unitaire) onderdrukking uit te komen. Maar wat zien we in de hele discussie rond de staatshervorming? De franstaligen vragen een versterking van de federale staat! Als ze dan toch onderdrukt zouden worden, waarom willen ze dan het niveau dat het beste in staat is – en eigenlijk ook het niveau dat als enige in staat is – hun te onderdrukken, versterken? Dit bewijst gewoon dat de internationale lastercampagne geen steek houdt.
En als we er bovendien rekening mee houden dat het bijna altijd de onderdrukte regio is die naar meer autonomie streeft, ligt de conclusie voor de hand...
Een simpele redenering bewijst dan ook dat de Franstaligen door hun communautaire houding de poten vanonder hun eigen internationale stelling zagen.
Als de Franstaligen onderdrukt zouden worden kan dit enkel via het federale niveau. De Vlaamse deelstaat is immers niet in staat het zuiden van dit land te onderdrukken, want dat valt compleet buiten haar bevoegdheden. Dat is ook de reden waarom zowat alle onderdrukte regio’s streven naar meer autonomie, om vanonder de federale (of unitaire) onderdrukking uit te komen. Maar wat zien we in de hele discussie rond de staatshervorming? De franstaligen vragen een versterking van de federale staat! Als ze dan toch onderdrukt zouden worden, waarom willen ze dan het niveau dat het beste in staat is – en eigenlijk ook het niveau dat als enige in staat is – hun te onderdrukken, versterken? Dit bewijst gewoon dat de internationale lastercampagne geen steek houdt.
En als we er bovendien rekening mee houden dat het bijna altijd de onderdrukte regio is die naar meer autonomie streeft, ligt de conclusie voor de hand...
donderdag 15 mei 2008
Geen boot camps
Het voorstel dat de laatste tijd nogal graag naar voren wordt gebracht is dat van de ‘boot camps’. De eerste die er mee op de proppen kwam was Jean-Marie Dedecker (LDD), die later steun kreeg van Peter Vanvelthoven (SP.A). Dat een populist als Dedecker hierin ineens de wonderoplossing ziet en zo wederom met een complete overdosis simplisme stemmen ronselt kan ik nog begrijpen. Dat een partij die zichzelf progressief noemt meegaat in de logica van ‘boot camps’ is echter veel minder vanzelfsprekend. De SP.A is blijkbaar zo hopeloos op zoek naar stemmen dat ze er geen graten in ziet een populistisch idee te verdedigen waarvan ondertussen al bewezen is dat het niet goed werkt. In de Verenigde Staten kwamen dergelijke heropvoedingskampen onlangs nog in de belangstelling door het overdadig gebruik van geweld en de algemene ineffectiviteit. De verdedigers van dit voorstel weerleggen deze kritiek met de stelling dat de Vlaamse heropvoedingskampen geen kopie zouden worden van de Amerikaanse ‘mini-junta’s’.
Maar het probleem zit dieper dan enkel de discussie in hoeverre we het Amerikaanse systeem moeten kopiëren. Laat vooral duidelijk zijn dat de filosofie die aan de basis ligt van zo’n heropvoedingskampen prehistorisch is, compleet onaangepast aan de noden van de maatschappij.
Het probleem dat zich stelt met ‘boot camps’ voor de heropvoeding van criminele jongeren is tweeledig.
Ten eerste zijn de effecten van korte duur. De jonge boefjes aanvaarden het gezag in de kampen omdat ze weten dat er anders een onmiddellijke repressie volgt. Eens ze terug vrijkomen, zullen ze al vlug inzien dat er in de echte samenleving vaak geen onmiddellijke repressie is bij overtreding van de regels. Daardoor zullen velen niet onmiddellijk inzien waarom ze de regels moeten naleven, ze zijn immers heropgevoed met de gedachte dat dingen enkel verboden zijn als er daarna een straf volgt. Recidivisme loert om de hoek, het gaat om een heropvoeding met enkel effect op korte termijn.
Het gebrek aan duurzaamheid sluit nauw aan bij een tweede fundamentele kritiek. In onze postmoderne samenleving is flexibiliteit belangrijker dan ooit. Als individu een ruime portie verantwoordelijkheid dragen is daarbij het uitgangspunt. Maar wat criminele jongeren niet leren in ‘boor camps’ is nu net het dragen van verantwoordelijkheid. Ze zullen alleen de regels accepteren omdat ze anders straf krijgen. Ze gaan dus niet inzien waarom het overtreden van regels niet mag. Ze zullen niet inzien dat regels essentieel zijn voor het goed functioneren van de maatschappij, om zo het verantwoordelijke individu voldoende kansen te geven. Een heropvoeding kan enkel duurzaam zijn als de jongeren zélf gaan inzien dat het niet naleven van een aantal regels een probleem vormt. Op die manier kunnen de boefjes heropgevoed worden als verantwoordelijke individuen. Het uiteindelijke doel zou moeten zijn dat ze de regels niet zozeer naleven omdat ze anders onmiddellijk gestraft worden, maar wel omdat ze zélf inzien dat het naleven van een aantal fundamentele regels in ieders belang is. Ook in hun eigen belang.
De conclusie is dan ook duidelijk: heropvoeding moet in de eerste plaats gestoeld zijn op de idee van duurzaamheid. Dit impliceert een goede begeleiding en zeker ook aandacht voor re-integratie in onze steeds complexer wordende samenleving. Dit is geen ‘pamperbeleid’, want het uiteindelijke effect op de jongeren zal veel groter zijn dan enkel een oppervlakkige aanpak in een ‘boot camp’. Uiteraard is een dergelijk genuanceerd beeld en een echte visie op heropvoeding - met een sterke nadruk op het verlichtingsideaal - niet zo gemakkelijk te verkopen op TV. Ook de kostprijs van een aangepast beleid zal een stuk hoger liggen, we mogen daarover niet rond de pot draaien. Maar een samenleving heeft zeer duidelijk de plicht een aantal kosten te dragen die de ontplooiïng van ieder individu mogelijk maakt.
Als buschauffeurs in elkaar worden geslagen is het gemakkelijk een ‘harde aanpak’ voor te stellen. Maar zo’n aanpak faalt grandioos op lange termijn. De politiek kan nu bewijzen dat ze voorbij het populistische gekrakeel en korte termijn denken kan geraken. Het is aan de kiezers om hiervoor een mandaat te geven.
Maar het probleem zit dieper dan enkel de discussie in hoeverre we het Amerikaanse systeem moeten kopiëren. Laat vooral duidelijk zijn dat de filosofie die aan de basis ligt van zo’n heropvoedingskampen prehistorisch is, compleet onaangepast aan de noden van de maatschappij.
Het probleem dat zich stelt met ‘boot camps’ voor de heropvoeding van criminele jongeren is tweeledig.
Ten eerste zijn de effecten van korte duur. De jonge boefjes aanvaarden het gezag in de kampen omdat ze weten dat er anders een onmiddellijke repressie volgt. Eens ze terug vrijkomen, zullen ze al vlug inzien dat er in de echte samenleving vaak geen onmiddellijke repressie is bij overtreding van de regels. Daardoor zullen velen niet onmiddellijk inzien waarom ze de regels moeten naleven, ze zijn immers heropgevoed met de gedachte dat dingen enkel verboden zijn als er daarna een straf volgt. Recidivisme loert om de hoek, het gaat om een heropvoeding met enkel effect op korte termijn.
Het gebrek aan duurzaamheid sluit nauw aan bij een tweede fundamentele kritiek. In onze postmoderne samenleving is flexibiliteit belangrijker dan ooit. Als individu een ruime portie verantwoordelijkheid dragen is daarbij het uitgangspunt. Maar wat criminele jongeren niet leren in ‘boor camps’ is nu net het dragen van verantwoordelijkheid. Ze zullen alleen de regels accepteren omdat ze anders straf krijgen. Ze gaan dus niet inzien waarom het overtreden van regels niet mag. Ze zullen niet inzien dat regels essentieel zijn voor het goed functioneren van de maatschappij, om zo het verantwoordelijke individu voldoende kansen te geven. Een heropvoeding kan enkel duurzaam zijn als de jongeren zélf gaan inzien dat het niet naleven van een aantal regels een probleem vormt. Op die manier kunnen de boefjes heropgevoed worden als verantwoordelijke individuen. Het uiteindelijke doel zou moeten zijn dat ze de regels niet zozeer naleven omdat ze anders onmiddellijk gestraft worden, maar wel omdat ze zélf inzien dat het naleven van een aantal fundamentele regels in ieders belang is. Ook in hun eigen belang.
De conclusie is dan ook duidelijk: heropvoeding moet in de eerste plaats gestoeld zijn op de idee van duurzaamheid. Dit impliceert een goede begeleiding en zeker ook aandacht voor re-integratie in onze steeds complexer wordende samenleving. Dit is geen ‘pamperbeleid’, want het uiteindelijke effect op de jongeren zal veel groter zijn dan enkel een oppervlakkige aanpak in een ‘boot camp’. Uiteraard is een dergelijk genuanceerd beeld en een echte visie op heropvoeding - met een sterke nadruk op het verlichtingsideaal - niet zo gemakkelijk te verkopen op TV. Ook de kostprijs van een aangepast beleid zal een stuk hoger liggen, we mogen daarover niet rond de pot draaien. Maar een samenleving heeft zeer duidelijk de plicht een aantal kosten te dragen die de ontplooiïng van ieder individu mogelijk maakt.
Als buschauffeurs in elkaar worden geslagen is het gemakkelijk een ‘harde aanpak’ voor te stellen. Maar zo’n aanpak faalt grandioos op lange termijn. De politiek kan nu bewijzen dat ze voorbij het populistische gekrakeel en korte termijn denken kan geraken. Het is aan de kiezers om hiervoor een mandaat te geven.
Korte internationale balans
Blijkbaar zijn ook internationale dagbladen deze week zeer geïnteresseerd in ons kleine landje.
Zo is er het redelijk lange artikel dat gisteren in de New York Times verscheen (klik hier), een grote progressieve krant (een oplage van ongeveer 1,2 miljoen) met heel wat invloed. Het artikel begint redelijk eenzijdig en even lijkt het erop dat het wederom een pleidooi zou worden tegen het ‘geweldloze fascisme in Vlaanderen’. Gelukkig worden ook oprechte Vlamingen aan het woord gelaten waardoor een iets meer evenwichtig artikel ontstaat. Het resultaat is al bij al een redelijk artikel met genoeg nuance. Zo wordt ook BHV even besproken, zeker geen gemakkelijk onderwerp om aan een onwetend (Amerikaans) lezerspubliek uit te leggen.
Toch is het jammer te moeten zien dat dit artikel kwalitatief zeker geen uitblinker is. Zo wordt de situatie in Liederkerke al te sterk uitvergroot. Meer zelfs, men stelt het voor alsof de situatie in Liederkerke de norm is voor heel Vlaanderen, zonder rekening te houden met de plaatselijke situatie (de ligging vlak bij Brussel bijvoorbeeld).
Zonde is het dan ook om vast te stellen dat het artikel uit de New York Times gewoon letterlijk is overgenomen uit de International Herald Tribune van eergisteren (klik hier). Dit gebeurd wel vaker, maar natuurlijk is de invloed van de IHT op het Europese continent een stuk groter.
Hopelijk zien de velen diplomaten en internationale vertegenwoordigers die de Herald Tribune lezen in dat Liederkerke een specifiek geval is. Vlaanderen afschilderen alsof het beheerst wordt door een geweldloos fascisme is dan ook compleet fout.
Met wat geluk en een aangepast beleid zal de voorstelling van vlaanderen als een pluralistische en democratische deelstaat ook internationaal snel terrein winnen.
Zo is er het redelijk lange artikel dat gisteren in de New York Times verscheen (klik hier), een grote progressieve krant (een oplage van ongeveer 1,2 miljoen) met heel wat invloed. Het artikel begint redelijk eenzijdig en even lijkt het erop dat het wederom een pleidooi zou worden tegen het ‘geweldloze fascisme in Vlaanderen’. Gelukkig worden ook oprechte Vlamingen aan het woord gelaten waardoor een iets meer evenwichtig artikel ontstaat. Het resultaat is al bij al een redelijk artikel met genoeg nuance. Zo wordt ook BHV even besproken, zeker geen gemakkelijk onderwerp om aan een onwetend (Amerikaans) lezerspubliek uit te leggen.
Toch is het jammer te moeten zien dat dit artikel kwalitatief zeker geen uitblinker is. Zo wordt de situatie in Liederkerke al te sterk uitvergroot. Meer zelfs, men stelt het voor alsof de situatie in Liederkerke de norm is voor heel Vlaanderen, zonder rekening te houden met de plaatselijke situatie (de ligging vlak bij Brussel bijvoorbeeld).
Zonde is het dan ook om vast te stellen dat het artikel uit de New York Times gewoon letterlijk is overgenomen uit de International Herald Tribune van eergisteren (klik hier). Dit gebeurd wel vaker, maar natuurlijk is de invloed van de IHT op het Europese continent een stuk groter.
Hopelijk zien de velen diplomaten en internationale vertegenwoordigers die de Herald Tribune lezen in dat Liederkerke een specifiek geval is. Vlaanderen afschilderen alsof het beheerst wordt door een geweldloos fascisme is dan ook compleet fout.
Met wat geluk en een aangepast beleid zal de voorstelling van vlaanderen als een pluralistische en democratische deelstaat ook internationaal snel terrein winnen.
woensdag 14 mei 2008
Bespottelijk
In een voorlopig verslag laat de delegatie van de Raad van Europa weten dat de niet-benoeming van de drie burgemeesters in de Vlaamse rand ondemocratisch is. Dit bewijst nogmaals dat de haatcampagne tegen Vlaanderen die de Franstaligen in het buitenland voeren zijn effect niet mist. Enkele opmerkingen zijn ook hier op zijn plaats.
1) Een eerste bemerking die de delegatieleider maakt is de volgende: “De niet-benoeming sleept nu al anderhalf jaar aan en is onaanvaardbaar in het kader van onze leidraad, het handvest van de lokale autonomie.”
Men verzwijgt echter wel waarom die zaak al zolang aansleept, namelijk omdat de burgemeesters keer op keer opnieuw werden voorgedragen. Dit ondanks het besef dat ze toch niet zouden benoemd worden, met andere woorden enkel en alleen om te provoceren. In Vlaanderen worden de burgemeesters niet rechtstreeks verkozen – in Wallonië wel – waardoor men in de 3 faciliteitengemeenten dus perfect een andere burgemeester van dezelfde partij had kunnen voordragen. Dat zou geen aanfluiting zijn van de democratie want uiteindelijk voert de burgemeester gewoon het programma van zijn partij uit. Een andere burgemeester van dezelfde partij - die dus exact hetzelfde programma uitvoert - die de taalwetten wel naleeft zou geen enkel probleem zijn. Dit bewijst dat het niet gaat om een politiek beslissing van minister Keulen, het gaat puur om een juridische kwestie
2) De drie afgevaardigden stellen hun conclusie op na amper 36 uren in ons land te zijn geweest en zonder bedenktijd na hun bezoek. Het dossier van de niet-benoeming van de drie dissidente burgemeesters is nauw verweven met de communautaire toestand in ons land. Het is met andere woorden onmogelijk een conclusie te trekken zonder de finesses van onze communautaire situatie volledig te vatten (taalgrens, grendelgrondwet, opeenvolgende staatshervorming, …). Ik vermoed dat er niemand is die eraan twijfelt dat er meer dan 2 dagen nodig zijn om de communautaire finesses van ons land te vatten. Zelfs twee weken zijn ruim ontoereikend als men ons land echt wil begrijpen.
3) Het ‘Congres van lokale en regionale overheden’ (dit congres werkt in de schoot van de Raad van Europa en ligt aan de basis van de delegatie) heeft zelf een aantal politieke motieven. Zo bepleiten ze overal het invoeren van rechtstreekse burgemeestersverkiezingen, iets dat ze dan ook in deze kwestie hebben aanbevolen. Hoe is het mogelijk een objectief onderzoek te voren als op voorhand al een aantal dingen vaststaan, zoals commentaar op het feit dat hier de burgemeesters niet rechtstreeks worden verkozen?
4) De taalwet is vastgelegd met een bijzondere meerderheidswet. Dit wil zeggen dat 2/3 van de Kamerleden en bovendien de meerderheid in elke taalgroep zich akkoord hebben verklaard met de taalgrens. Dit is sinds 1963 onveranderd gebleven en zo hoort het ook. België is een bipolaire federale staat met een duidelijke scheiding tussen de twee grootste taalgebieden, op Brussel na. De Franstaligen verdedigen wel de Belgische staat maar willen zich toch niet neerleggen bij de federale eigenschappen van deze staat. Hypocrisie ten top gedreven.
5) Ook een land als Rusland is lid van de Raad van Europa. Toch stuurt men geen delegatie naar Rusland om daar de ‘lokale democratie’, de mensenrechten of iets dergelijk te gaan controleren. Het is onbegrijpelijk dat men zich internationaal bezighoudt met de niet-benoeming van enkele provocerende burgemeesters. Hebben die nu echt niets beter om zich mee bezig te houden?
6) Men brengt aan dat de burgemeesters democratisch zijn verkozen en dat ze daarom moeten worden benoemd. Waar men niets van zegt is het versturen van de oproepbrieven voor de verkiezingen in de Frans en het gebruik van het Frans in de gemeenteraad. Waarom is dat dan wel democratisch? Hoe zit het met een Vlaming die in de Vlaamse rand woont en die zo’n gemeenteraad bijwoont? Zo iemand is misschien niet in staat deze zitting te volgen, hij of zij is immers niet verplicht Frans te kennen. Dit is een schending van de openbaarheid van bestuur, en dus een aanfluiting van de democratie. Het is niet eerlijk deze beschadiging van de democratie te negeren als het doel van de missie is de lokale autonomie te controleren.
7) De burgemeesters in kwestie hebben geen klacht ingediend bij de Raad van State. Nochtans is dat orgaan bevoegd voor conflicten als deze. Dat er geen klacht werd neergelegd is logisch: juridisch hebben de Franstaligen geen poot om op te staan. De niet-benoeming is geen politieke kwestie, maar jammer genoeg vinden de drie burgemeesters het nodig er politieke beslissing van te maken. Zonde is dat, Vlaanderen verdiend een pak beter dan internationale stigmatisering door de Franstaligen.
Voor alle duidelijkheid: het advies van de Raad van Europa is niet bindend, het is louter adviserend. Laat ons hopen dat de Vlaamse partijen door de zwakke argumentatie van de 3 'inspecteurs' doorkijken en zich niet laten intimideren door een zoveelste aanval van de Franstaligen. De Franstaligen zullen toch is moeten beseffen dat ze met internationale haatacties als deze enkele de Vlamingen radicaliseren en dus de splitsing van het land steeds dichterbij brengen. Ik heb daar alvast geen enkel probleem mee, Vlamingen en Walen zullen er wel bij varen. Wat mij wel enorm stoort is de manier waarop de Franstaligen nationale kwesties proberen op te lossen door internationale druk en lastercampagnes. Dit moet stoppen. Onmiddellijk.
1) Een eerste bemerking die de delegatieleider maakt is de volgende: “De niet-benoeming sleept nu al anderhalf jaar aan en is onaanvaardbaar in het kader van onze leidraad, het handvest van de lokale autonomie.”
Men verzwijgt echter wel waarom die zaak al zolang aansleept, namelijk omdat de burgemeesters keer op keer opnieuw werden voorgedragen. Dit ondanks het besef dat ze toch niet zouden benoemd worden, met andere woorden enkel en alleen om te provoceren. In Vlaanderen worden de burgemeesters niet rechtstreeks verkozen – in Wallonië wel – waardoor men in de 3 faciliteitengemeenten dus perfect een andere burgemeester van dezelfde partij had kunnen voordragen. Dat zou geen aanfluiting zijn van de democratie want uiteindelijk voert de burgemeester gewoon het programma van zijn partij uit. Een andere burgemeester van dezelfde partij - die dus exact hetzelfde programma uitvoert - die de taalwetten wel naleeft zou geen enkel probleem zijn. Dit bewijst dat het niet gaat om een politiek beslissing van minister Keulen, het gaat puur om een juridische kwestie
2) De drie afgevaardigden stellen hun conclusie op na amper 36 uren in ons land te zijn geweest en zonder bedenktijd na hun bezoek. Het dossier van de niet-benoeming van de drie dissidente burgemeesters is nauw verweven met de communautaire toestand in ons land. Het is met andere woorden onmogelijk een conclusie te trekken zonder de finesses van onze communautaire situatie volledig te vatten (taalgrens, grendelgrondwet, opeenvolgende staatshervorming, …). Ik vermoed dat er niemand is die eraan twijfelt dat er meer dan 2 dagen nodig zijn om de communautaire finesses van ons land te vatten. Zelfs twee weken zijn ruim ontoereikend als men ons land echt wil begrijpen.
3) Het ‘Congres van lokale en regionale overheden’ (dit congres werkt in de schoot van de Raad van Europa en ligt aan de basis van de delegatie) heeft zelf een aantal politieke motieven. Zo bepleiten ze overal het invoeren van rechtstreekse burgemeestersverkiezingen, iets dat ze dan ook in deze kwestie hebben aanbevolen. Hoe is het mogelijk een objectief onderzoek te voren als op voorhand al een aantal dingen vaststaan, zoals commentaar op het feit dat hier de burgemeesters niet rechtstreeks worden verkozen?
4) De taalwet is vastgelegd met een bijzondere meerderheidswet. Dit wil zeggen dat 2/3 van de Kamerleden en bovendien de meerderheid in elke taalgroep zich akkoord hebben verklaard met de taalgrens. Dit is sinds 1963 onveranderd gebleven en zo hoort het ook. België is een bipolaire federale staat met een duidelijke scheiding tussen de twee grootste taalgebieden, op Brussel na. De Franstaligen verdedigen wel de Belgische staat maar willen zich toch niet neerleggen bij de federale eigenschappen van deze staat. Hypocrisie ten top gedreven.
5) Ook een land als Rusland is lid van de Raad van Europa. Toch stuurt men geen delegatie naar Rusland om daar de ‘lokale democratie’, de mensenrechten of iets dergelijk te gaan controleren. Het is onbegrijpelijk dat men zich internationaal bezighoudt met de niet-benoeming van enkele provocerende burgemeesters. Hebben die nu echt niets beter om zich mee bezig te houden?
6) Men brengt aan dat de burgemeesters democratisch zijn verkozen en dat ze daarom moeten worden benoemd. Waar men niets van zegt is het versturen van de oproepbrieven voor de verkiezingen in de Frans en het gebruik van het Frans in de gemeenteraad. Waarom is dat dan wel democratisch? Hoe zit het met een Vlaming die in de Vlaamse rand woont en die zo’n gemeenteraad bijwoont? Zo iemand is misschien niet in staat deze zitting te volgen, hij of zij is immers niet verplicht Frans te kennen. Dit is een schending van de openbaarheid van bestuur, en dus een aanfluiting van de democratie. Het is niet eerlijk deze beschadiging van de democratie te negeren als het doel van de missie is de lokale autonomie te controleren.
7) De burgemeesters in kwestie hebben geen klacht ingediend bij de Raad van State. Nochtans is dat orgaan bevoegd voor conflicten als deze. Dat er geen klacht werd neergelegd is logisch: juridisch hebben de Franstaligen geen poot om op te staan. De niet-benoeming is geen politieke kwestie, maar jammer genoeg vinden de drie burgemeesters het nodig er politieke beslissing van te maken. Zonde is dat, Vlaanderen verdiend een pak beter dan internationale stigmatisering door de Franstaligen.
Voor alle duidelijkheid: het advies van de Raad van Europa is niet bindend, het is louter adviserend. Laat ons hopen dat de Vlaamse partijen door de zwakke argumentatie van de 3 'inspecteurs' doorkijken en zich niet laten intimideren door een zoveelste aanval van de Franstaligen. De Franstaligen zullen toch is moeten beseffen dat ze met internationale haatacties als deze enkele de Vlamingen radicaliseren en dus de splitsing van het land steeds dichterbij brengen. Ik heb daar alvast geen enkel probleem mee, Vlamingen en Walen zullen er wel bij varen. Wat mij wel enorm stoort is de manier waarop de Franstaligen nationale kwesties proberen op te lossen door internationale druk en lastercampagnes. Dit moet stoppen. Onmiddellijk.
dinsdag 13 mei 2008
Zoek de verschillen
Om aan te tonen dat er weldegelijk een groot verschil bestaat tussen echt passioneel aan politiek doen enerzijds en wat lullen over 'de mensen' anderzijds post ik hier de 2 delen van de speech die Obama heeft gegeven op de Democratische conventie van 2004. Een speech die nu al beroemd is en waarschijnlijk ooit zal beschreven worden als de 21-eeuwse herwerking van de 'I have a dream' speech. Als je let op de boodschap en je verandert overal 'America' door 'Flanders' dan krijg je een echte visie en gepassioneerde politiek. Voorlopig moeten we het in dit kleingeestige landje stellen met 'voor de mensen' en 'gratis'.
DEEL 1
DEEL 2
DEEL 1
DEEL 2
maandag 12 mei 2008
Vlaanderen+Nederland?
Wilders zorgt tegenwoordig niet enkel in eigen land voor opschudding, ook in ons land slaagt hij erin een debat op gang te trekken. Inzet van de discussie: een unie van Vlaanderen en Nederland. Of, zoals Geert Wilders het zelf zegt in De Telegraaf:
"Het zou economisch goed zijn. Nederland krijgt de haven van Antwerpen erbij, een luchthaven, we hebben cultureel veel met elkaar gemeen, het zou goed zijn voor de werkgelegenheid, het zou ruimte geven, het schoolsysteem is goed, de belastingen zijn lager. Dus laat premier Balkenende eens met zijn Vlaamse collega gaan praten."
Wilders voegt er nog aan toe dat hij weldegelijk een democratische weg wil bewandelen en stelt een referendum voor in Vlaanderen en Nederland.
Op zich is deze discussie wel interessant en zeker de moeite waard - we mogen geen enkele discussie over de toekomst van ons land uit de weg gaan. Daarom zou ik graag enkele bedenkingen op een rijtje zetten over het voorstel.
1) Volgens een redelijk recente enquête zou 60% van de Nederlanders het wel zien zitten om een unie aan te gaan met Vlaanderen. Net zoals het VB bij ons kan de populistische partij van Wilders (PVV) het zich niet veroorloven te stagneren, groeien bij elke verkiezing is de enige mogelijkheid. In recente peilingen zien we dat de PVV effectief stagneert - blijkbaar waren ook de Nederlanders niet zo opgezet met de show rond ‘fitna’ die uiteindelijk niets voorstelde - dus zoekt Wilders stemmen. Met zijn voorstel voor een Vlaams-Nederlandse unie is hij zeker van een meerderheidsstandpunt bij de bevolking, en bovendien is het een origineel standpunt. Een perfect punt om aandacht en stemmen mee te trekken dus.
2) Een referendum organiseren lijkt mij heel moeilijk. Ten eerste bestaat België nog (iets waar Wilders blijkbaar lichter overheen gaat dan de gemiddelde Vlaams-nationalist) en bovendien is het wel een heel complexe materie voor 1 referendum. Misschien zijn er mensen die een confederale unie wel zien zitten, maar een federale unie niet. Hoe moeten die dan stemmen in een referendum over een Vlaams-Nederlandse ‘unie’? Met een referendum zwaaien is voor Wilders natuurlijk gemakkelijk om het geheel een ‘democratische’ ondertoon mee te geven, maar doordacht is het idee blijkbaar niet.
3) Nu plots een unie gaan vormen tussen de Vlamingen en de Hollanders zou al te kunstmatig zijn. Ondanks het feit dat de Nederlandse economie stevig wat gelijkenissen vertoont met de Vlaamse (haveneconomie, focus op KMO’s, …) zijn er te veel divergenties in het beleid en de mentaliteit. Op termijn is het zeker mogelijk om vanuit (een onafhankelijk) Vlaanderen meer samen te werken met Nederland dan nu al het geval is. Als dit ertoe lijdt dat Vlaanderen op langere termijn (en dan spreek ik over 20 jaar en meer) steeds meer convergenties vertoont met Nederland valt een fusie misschien wel te bespreken. Maar als het dan zover komt is dit enkel omdat het een verlengstuk zou zijn van een natuurlijke evolutie op lange termijn.
4) Wilders mag mij toch is komen uitleggen hoe hij erbij komt dat de belastingen hier lager zouden zijn.
Conclusie: voor een fusie zijn beide landen niet klaar, maar misschien zijn er in de toekomst – na een lange evolutie – wel een aantal mogelijkheden.
Voorlopig kunnen we gerust stellen dat Wilders zijn voorstel vooral doet uit electorale overwegingen in eigen land, van een uitgewerkte visie is absoluut geen sprake.
"Het zou economisch goed zijn. Nederland krijgt de haven van Antwerpen erbij, een luchthaven, we hebben cultureel veel met elkaar gemeen, het zou goed zijn voor de werkgelegenheid, het zou ruimte geven, het schoolsysteem is goed, de belastingen zijn lager. Dus laat premier Balkenende eens met zijn Vlaamse collega gaan praten."
Wilders voegt er nog aan toe dat hij weldegelijk een democratische weg wil bewandelen en stelt een referendum voor in Vlaanderen en Nederland.
Op zich is deze discussie wel interessant en zeker de moeite waard - we mogen geen enkele discussie over de toekomst van ons land uit de weg gaan. Daarom zou ik graag enkele bedenkingen op een rijtje zetten over het voorstel.
1) Volgens een redelijk recente enquête zou 60% van de Nederlanders het wel zien zitten om een unie aan te gaan met Vlaanderen. Net zoals het VB bij ons kan de populistische partij van Wilders (PVV) het zich niet veroorloven te stagneren, groeien bij elke verkiezing is de enige mogelijkheid. In recente peilingen zien we dat de PVV effectief stagneert - blijkbaar waren ook de Nederlanders niet zo opgezet met de show rond ‘fitna’ die uiteindelijk niets voorstelde - dus zoekt Wilders stemmen. Met zijn voorstel voor een Vlaams-Nederlandse unie is hij zeker van een meerderheidsstandpunt bij de bevolking, en bovendien is het een origineel standpunt. Een perfect punt om aandacht en stemmen mee te trekken dus.
2) Een referendum organiseren lijkt mij heel moeilijk. Ten eerste bestaat België nog (iets waar Wilders blijkbaar lichter overheen gaat dan de gemiddelde Vlaams-nationalist) en bovendien is het wel een heel complexe materie voor 1 referendum. Misschien zijn er mensen die een confederale unie wel zien zitten, maar een federale unie niet. Hoe moeten die dan stemmen in een referendum over een Vlaams-Nederlandse ‘unie’? Met een referendum zwaaien is voor Wilders natuurlijk gemakkelijk om het geheel een ‘democratische’ ondertoon mee te geven, maar doordacht is het idee blijkbaar niet.
3) Nu plots een unie gaan vormen tussen de Vlamingen en de Hollanders zou al te kunstmatig zijn. Ondanks het feit dat de Nederlandse economie stevig wat gelijkenissen vertoont met de Vlaamse (haveneconomie, focus op KMO’s, …) zijn er te veel divergenties in het beleid en de mentaliteit. Op termijn is het zeker mogelijk om vanuit (een onafhankelijk) Vlaanderen meer samen te werken met Nederland dan nu al het geval is. Als dit ertoe lijdt dat Vlaanderen op langere termijn (en dan spreek ik over 20 jaar en meer) steeds meer convergenties vertoont met Nederland valt een fusie misschien wel te bespreken. Maar als het dan zover komt is dit enkel omdat het een verlengstuk zou zijn van een natuurlijke evolutie op lange termijn.
4) Wilders mag mij toch is komen uitleggen hoe hij erbij komt dat de belastingen hier lager zouden zijn.
Conclusie: voor een fusie zijn beide landen niet klaar, maar misschien zijn er in de toekomst – na een lange evolutie – wel een aantal mogelijkheden.
Voorlopig kunnen we gerust stellen dat Wilders zijn voorstel vooral doet uit electorale overwegingen in eigen land, van een uitgewerkte visie is absoluut geen sprake.
vrijdag 9 mei 2008
'Crisis'
Twee weken lang stonden de kranten er vol van: de BHV crisis. Gisterenavond was het dan eindelijk zo ver, de agendering van BHV kon bepaald worden en daarna zou een stemming mogelijk zijn over splitsingsvoorstellen 0037 en 0039. Dit zou uiteraard enkel kunnen als er geen vertragingsmanoeuvres werden ingeroepen door de Franstaligen. Misschien is een kort overzichtje nog de beste manier om aan te tonen dat deze crisis vooral in de krantenkoppen zat en niet zozeer in de politiek.
- Rond 00u30 merkt de voorzitter (Herman van Rompuy) op dat er moet gestemd worden over de mogelijkheid nieuwe agendapunten toe te voegen (dit is dus nog niet de stemming over de agendering van BHV!). Dit wordt aanvaardt, met Vlamingen versus Frantaligen. Maingain komt tussen en merkt doodleuk op dat het eigenlijk al vrijdag 9 mei is, en dat er voor hem dus geen agendapunten kunnen worden toegevoegd aan de zitting van 8 mei. Om dit op te lossen vraagt Backuelaine (fractieleider MR) een bijeenroeping van de conferentie der voorzitters, wat dus een tijdelijke schorsing na de zitting inhoudt.
- Rond 01u20 komt de kamer terug samen, elke fractie krijgt 5 minuten spreektijd. Opvallend is dat Di Rupo de sterkste taal spreekt, hij haalt een stuk scherper uit dan MR. De PS benadrukt dat BHV moet worden aangepakt voor het tweede deel van de staatshervorming en merkt dreigend op dat Vlaanderen zich met een agendering zou isoleren van de as Wallonië-Brussel. Een andere opvallende tussenkomst was die van CDH, die blijkbaar niet konden begrijpen waarom er nu toch terug over BHV werd gepraat terwijl de deadline 15 juli is. Voor de duidelijkheid: er wordt nu enkel over BHV gepraat omdat de Franstaligen geen nieuw belangenconflict hebben ingeroepen!
- Omstreeks 02u10 wordt er gestemd over nieuwe agendapunten en worden de splitsingsvoorstellen op de agenda gezet (80 voor, 40 tegen en 2 onthoudingen).
- Vlak na die agendering dienen de Franstaligen een aantal amendementen in, waarvoor advies moet gevraagd worden aan de raad van state. Opvallend: MR, PS en CDH dienen elk een aantal amendementen in, nochtans zou 1 amendement voldoende zijn voor een vertraging. Dit toont gewoon nog maar is aan dat de Franstaligen aan een anti-Vlaams opbod doen om zich in Wallonië te profileren.
En dat was het dan, voor amper een uurtje discussie hebben de kranten en journaals de boel zo op stelten gezet. Het voordeel is nu wel dat de strategie van de Franstaligen zeer duidelijk is komen bloot te liggen. Eerst hebben ze zelf een crisis uitgelokt door de boel niet meer te vertragen om dan uiteindelijk vlak voor de stemming toch nog naar vertragingsmiddelen te grijpen. Het is gewoon hun bedoeling geweest de Vlamingen te doen stemmen over een agendering, om op die manier de staatshervorming nog wat verder op de lange baan te duwen.
Het probleem is dat die lange baan de volledige aarde rondgaat. Je kunt BHV blijven voortduwen op die lange baan, maar uiteindelijk komt het probleem na een toertje om de aarde gewoon langs de andere kant terug binnen.
- Rond 00u30 merkt de voorzitter (Herman van Rompuy) op dat er moet gestemd worden over de mogelijkheid nieuwe agendapunten toe te voegen (dit is dus nog niet de stemming over de agendering van BHV!). Dit wordt aanvaardt, met Vlamingen versus Frantaligen. Maingain komt tussen en merkt doodleuk op dat het eigenlijk al vrijdag 9 mei is, en dat er voor hem dus geen agendapunten kunnen worden toegevoegd aan de zitting van 8 mei. Om dit op te lossen vraagt Backuelaine (fractieleider MR) een bijeenroeping van de conferentie der voorzitters, wat dus een tijdelijke schorsing na de zitting inhoudt.
- Rond 01u20 komt de kamer terug samen, elke fractie krijgt 5 minuten spreektijd. Opvallend is dat Di Rupo de sterkste taal spreekt, hij haalt een stuk scherper uit dan MR. De PS benadrukt dat BHV moet worden aangepakt voor het tweede deel van de staatshervorming en merkt dreigend op dat Vlaanderen zich met een agendering zou isoleren van de as Wallonië-Brussel. Een andere opvallende tussenkomst was die van CDH, die blijkbaar niet konden begrijpen waarom er nu toch terug over BHV werd gepraat terwijl de deadline 15 juli is. Voor de duidelijkheid: er wordt nu enkel over BHV gepraat omdat de Franstaligen geen nieuw belangenconflict hebben ingeroepen!
- Omstreeks 02u10 wordt er gestemd over nieuwe agendapunten en worden de splitsingsvoorstellen op de agenda gezet (80 voor, 40 tegen en 2 onthoudingen).
- Vlak na die agendering dienen de Franstaligen een aantal amendementen in, waarvoor advies moet gevraagd worden aan de raad van state. Opvallend: MR, PS en CDH dienen elk een aantal amendementen in, nochtans zou 1 amendement voldoende zijn voor een vertraging. Dit toont gewoon nog maar is aan dat de Franstaligen aan een anti-Vlaams opbod doen om zich in Wallonië te profileren.
En dat was het dan, voor amper een uurtje discussie hebben de kranten en journaals de boel zo op stelten gezet. Het voordeel is nu wel dat de strategie van de Franstaligen zeer duidelijk is komen bloot te liggen. Eerst hebben ze zelf een crisis uitgelokt door de boel niet meer te vertragen om dan uiteindelijk vlak voor de stemming toch nog naar vertragingsmiddelen te grijpen. Het is gewoon hun bedoeling geweest de Vlamingen te doen stemmen over een agendering, om op die manier de staatshervorming nog wat verder op de lange baan te duwen.
Het probleem is dat die lange baan de volledige aarde rondgaat. Je kunt BHV blijven voortduwen op die lange baan, maar uiteindelijk komt het probleem na een toertje om de aarde gewoon langs de andere kant terug binnen.
donderdag 8 mei 2008
Brief aan de Vlaamse vrienden
De column die vandaag in De Standaard staat is te gek voor woorden. Ik ga dan ook gewoon de integrale tekst hier zetten, oordeelt u zelf maar...
"Brief aan de Vlaamse vrienden
Voor CHRISTIAN NAPEN is de communautaire maat vol: 'Vlaamse vrienden, ik heb genoeg van jullie beledigingen!'
Vlaamse vrienden, jullie hebben nooit veel van dit land gehouden, maar jullie hebben het hier altijd voor het zeggen gehad. Door jullie numerieke meerderheid moeten wij voortduren naar jullie pijpen dansen. Geen enkele Waalse eis kon ooit ingewilligd worden tenzij hij in de Vlaamse doelstellingen paste. Betekent het begrip 'federale trouw' wel iets in het Nederlands? Doorheen onze geschiedenis waren de slagen onder de gordel talrijk, en het gaat van kwaad naar erger. Van verhogingen van het btw-tarief die het elan van de Waalse bouw afremmen, tot de vertragingen in de plannen voor de doortocht van de TGV in Luik. Van de herhaalde pogingen om de export van Waalse wapens te verhinderen, terwijl Vlaanderen in gespecialiseerde elektronische bedrijven meewerkt aan de bewapening, tot een antitabakswet die vast veel minder dringend was geweest als de Grote Prijs Formule 1 in Zolder had plaatsgevonden.
Vlaamse vrienden, jullie zetten België voor schut door te weigeren het Europese minderhedenverdrag goed te keuren. Nochtans dacht ik dat de rechten van de Franstaligen in de Brussels Rand door de grondwet beschermd werden. Maar de Rand blijkt alleen maar het decor te zijn van pesterijen, apartheidsmaatregelen, taaldiscriminatie en rondzendbrieven die naar etnische zuivering op basis van taal ruiken. Vlaamse vrienden, hoe vaak heb ik jullie al horen roepen dat jullie je geld terug willen? Ach, die veelbesproken solidariteit die jullie ons uiteindelijk verlenen, nadat jullie met van alles en nog wat gedreigd hebben, nadat jullie ons goed hebben laten voelen hoeveel ze jullie kost en hoe weinig wij ze verdiend hebben.
Vlaamse vrienden, zal ik jullie vertellen hoezeer ik genoeg heb van dit soort beledigingen? Jullie Gordel, die valse familiale en sportieve ontmoeting, en jullie Zangfeest, die waarlijk nationalistische bijeenkomst, ze storen mij zo. Ik heb genoeg van jullie nationalisme dat zich verspreidt tot in de wegbermen bij alle wielerwedstrijden.
En jullie, Vlaamse vrienden, hebben jullie niet genoeg van dat gevoel van vernedering dat jullie hebben geërfd van vorige generaties, die jullie wraakzucht blijft voeden? Vlaamse vrienden, ik vrees jullie nooit zo erg als wanneer jullie zwijgen. Dat is nu het geval, afgezien misschien van het wat vreemde verzoek om jullie te helpen BHV nog even een plaatselijke verdoving toe te dienen. Ik heb zin om te zeggen: doe met dat arrondissement wat jullie willen, als we daarna eindelijk vooruit kunnen. Maar ik weet maar al te goed dat jullie er alleen maar de zoveelste Franstalige toegeving in zouden zien en meteen een nieuw communautaire offensief zouden inzetten. Al jarenlang dwingen jullie mij om het grootste gedeelte van mijn politieke activiteiten te verbeuzelen aan institutionele ruzies. Ik geef toe dat ik van iets anders droomde.
Vlaamse vrienden, jullie hebben ons veel te lang in onduidelijkheid gelaten over welk gemeenschappelijk lot jullie wilden behouden. Vandaag, meer dan ooit tevoren en gedeeltelijk dankzij jullie, vecht ik voor mijn gewest, grondgebied en burgers als de plek waar eindelijk een echt maatschappelijk project verwezenlijkt kan worden.
Christian Napen is Waals parlementair medewerker voor de PS
Vertaling: Home Office"
"Brief aan de Vlaamse vrienden
Voor CHRISTIAN NAPEN is de communautaire maat vol: 'Vlaamse vrienden, ik heb genoeg van jullie beledigingen!'
Vlaamse vrienden, jullie hebben nooit veel van dit land gehouden, maar jullie hebben het hier altijd voor het zeggen gehad. Door jullie numerieke meerderheid moeten wij voortduren naar jullie pijpen dansen. Geen enkele Waalse eis kon ooit ingewilligd worden tenzij hij in de Vlaamse doelstellingen paste. Betekent het begrip 'federale trouw' wel iets in het Nederlands? Doorheen onze geschiedenis waren de slagen onder de gordel talrijk, en het gaat van kwaad naar erger. Van verhogingen van het btw-tarief die het elan van de Waalse bouw afremmen, tot de vertragingen in de plannen voor de doortocht van de TGV in Luik. Van de herhaalde pogingen om de export van Waalse wapens te verhinderen, terwijl Vlaanderen in gespecialiseerde elektronische bedrijven meewerkt aan de bewapening, tot een antitabakswet die vast veel minder dringend was geweest als de Grote Prijs Formule 1 in Zolder had plaatsgevonden.
Vlaamse vrienden, jullie zetten België voor schut door te weigeren het Europese minderhedenverdrag goed te keuren. Nochtans dacht ik dat de rechten van de Franstaligen in de Brussels Rand door de grondwet beschermd werden. Maar de Rand blijkt alleen maar het decor te zijn van pesterijen, apartheidsmaatregelen, taaldiscriminatie en rondzendbrieven die naar etnische zuivering op basis van taal ruiken. Vlaamse vrienden, hoe vaak heb ik jullie al horen roepen dat jullie je geld terug willen? Ach, die veelbesproken solidariteit die jullie ons uiteindelijk verlenen, nadat jullie met van alles en nog wat gedreigd hebben, nadat jullie ons goed hebben laten voelen hoeveel ze jullie kost en hoe weinig wij ze verdiend hebben.
Vlaamse vrienden, zal ik jullie vertellen hoezeer ik genoeg heb van dit soort beledigingen? Jullie Gordel, die valse familiale en sportieve ontmoeting, en jullie Zangfeest, die waarlijk nationalistische bijeenkomst, ze storen mij zo. Ik heb genoeg van jullie nationalisme dat zich verspreidt tot in de wegbermen bij alle wielerwedstrijden.
En jullie, Vlaamse vrienden, hebben jullie niet genoeg van dat gevoel van vernedering dat jullie hebben geërfd van vorige generaties, die jullie wraakzucht blijft voeden? Vlaamse vrienden, ik vrees jullie nooit zo erg als wanneer jullie zwijgen. Dat is nu het geval, afgezien misschien van het wat vreemde verzoek om jullie te helpen BHV nog even een plaatselijke verdoving toe te dienen. Ik heb zin om te zeggen: doe met dat arrondissement wat jullie willen, als we daarna eindelijk vooruit kunnen. Maar ik weet maar al te goed dat jullie er alleen maar de zoveelste Franstalige toegeving in zouden zien en meteen een nieuw communautaire offensief zouden inzetten. Al jarenlang dwingen jullie mij om het grootste gedeelte van mijn politieke activiteiten te verbeuzelen aan institutionele ruzies. Ik geef toe dat ik van iets anders droomde.
Vlaamse vrienden, jullie hebben ons veel te lang in onduidelijkheid gelaten over welk gemeenschappelijk lot jullie wilden behouden. Vandaag, meer dan ooit tevoren en gedeeltelijk dankzij jullie, vecht ik voor mijn gewest, grondgebied en burgers als de plek waar eindelijk een echt maatschappelijk project verwezenlijkt kan worden.
Christian Napen is Waals parlementair medewerker voor de PS
Vertaling: Home Office"
dinsdag 6 mei 2008
Vandenbroucke Vs. SP.A
Op het partijbureau van SP.A gisterenavond zou Vlaams minister Frank Vandenbroucke een (emotioneel) pleidooi hebben gehouden voor een duidelijke visie op de staatshervorming en BHV. Ondertussen wordt het incident afgedaan als een overdreven emotionele reactie waar men verder geen belang aan hoeft te hechten. Maar uiteindelijk is het pleidooi van Vandenbroucke kenmerkend voor een aantal frustraties die ongetwijfeld leven bij de achterban van SP.A.
In de maanden durende discussie/crisis over de staatshervorming hebben Caroline Gennez en haar partijgenoten niets anders gedaan dan commentaar geven op de onderhandelingen. Dit is hun volste recht, maar het lijkt me niet meer dan logisch dat SP.A ook zelf een waardige en duidelijke visie op de onderhandelingen en de staatshervorming in het algemeen naar voor schuift.
Momenteel doen de socialisten dit liever niet al te expliciet, omdat ze proberen van twee walletjes te eten. Als de onderhandelingen mislukken kan SP.A zeggen: ‘zie je wel, al dat geleuter over staatshervorming leidt tot niets, laat ons liever praten over de koopkracht’. Als de onderhandelingen uiteindelijk wel een mooi resultaat opleveren kan de partij zeggen: ‘dit is een mooi akkoord dat goed is voor de mensen en wij steunen dit’.
Deze houding is ronduit hypocriet, waar electorale belangen op korte termijn zwaarder wegen dan ‘goed bestuur’. Het wordt tijd dat SP.A eindelijk kleur bekent en duidelijk de staatshervorming mee in een bepaalde richting stuurt.
De uitbarsting van Frank Vandenbroucke was dan ook niet symbolisch of emotioneel, ze was symptomatisch.
In de maanden durende discussie/crisis over de staatshervorming hebben Caroline Gennez en haar partijgenoten niets anders gedaan dan commentaar geven op de onderhandelingen. Dit is hun volste recht, maar het lijkt me niet meer dan logisch dat SP.A ook zelf een waardige en duidelijke visie op de onderhandelingen en de staatshervorming in het algemeen naar voor schuift.
Momenteel doen de socialisten dit liever niet al te expliciet, omdat ze proberen van twee walletjes te eten. Als de onderhandelingen mislukken kan SP.A zeggen: ‘zie je wel, al dat geleuter over staatshervorming leidt tot niets, laat ons liever praten over de koopkracht’. Als de onderhandelingen uiteindelijk wel een mooi resultaat opleveren kan de partij zeggen: ‘dit is een mooi akkoord dat goed is voor de mensen en wij steunen dit’.
Deze houding is ronduit hypocriet, waar electorale belangen op korte termijn zwaarder wegen dan ‘goed bestuur’. Het wordt tijd dat SP.A eindelijk kleur bekent en duidelijk de staatshervorming mee in een bepaalde richting stuurt.
De uitbarsting van Frank Vandenbroucke was dan ook niet symbolisch of emotioneel, ze was symptomatisch.
zondag 4 mei 2008
En het buitenland?
De Vlaamse partijen hebben te weinig aandacht voor het uitwerken van een visie op buitenlands beleid. De verklaring hiervoor lijkt mij voor de hand liggend: de meeste burgers zijn hier niet mee bezig, en dus is het electoraal toch niet zo interessant om een volledige en coherente visie uit te bouwen. Persoonlijk vind ik dit een foute instelling, de partijen hebben de plicht hun eigen visie uit te tekenen, ze moeten meer doen dan enkel wat flarden kopiëren van wat op een bepaald moment bij de bevolking leeft.
Zelf heb ik de standpunten van Open VLD en SP.A is doorgenomen, en daaruit blijkt dat de visie op buitenlands beleid slechts zo’n 10% van die standpunten inneemt (in detail: 10,2% bij SP.A, 9,6% bij Open VLD). Voor CD&V was het niet mogelijk hier een cijfer op te plakken, aangezien die partij enkel specifieke verkiezingsprogramma’s publiceert en geen algemene lijst van standpunten.
Het is duidelijk dat 10% zeer weinig voorstelt, het is dringend tijd dat de partijen zich is gaan bezinnen over een duidelijke visie/programma als het op buitenlands beleid aankomt. De kiezers zijn misschien niet dagelijks bezig met deze thema’s, maar ze hebben wel het recht te weten wat de standpunten hieromtrent zijn van de partij die zij verkiezen.
Volgend jaar zijn er Europese verkiezingen, laat ons hopen dat er dan ook effectief aandacht wordt besteed aan (de toekomst van) het buitenlands beleid. Het zou een slechte zaak zijn voor de democratie als de EU-verkiezingen (weeral) zouden gaan over binnenlandse thema’s.
Zelf heb ik de standpunten van Open VLD en SP.A is doorgenomen, en daaruit blijkt dat de visie op buitenlands beleid slechts zo’n 10% van die standpunten inneemt (in detail: 10,2% bij SP.A, 9,6% bij Open VLD). Voor CD&V was het niet mogelijk hier een cijfer op te plakken, aangezien die partij enkel specifieke verkiezingsprogramma’s publiceert en geen algemene lijst van standpunten.
Het is duidelijk dat 10% zeer weinig voorstelt, het is dringend tijd dat de partijen zich is gaan bezinnen over een duidelijke visie/programma als het op buitenlands beleid aankomt. De kiezers zijn misschien niet dagelijks bezig met deze thema’s, maar ze hebben wel het recht te weten wat de standpunten hieromtrent zijn van de partij die zij verkiezen.
Volgend jaar zijn er Europese verkiezingen, laat ons hopen dat er dan ook effectief aandacht wordt besteed aan (de toekomst van) het buitenlands beleid. Het zou een slechte zaak zijn voor de democratie als de EU-verkiezingen (weeral) zouden gaan over binnenlandse thema’s.
vrijdag 2 mei 2008
Repressie
Door de ophef die is ontstaan na de reportage van Koppen over neonazistische bijeenkomsten in België is het misschien een goed moment om is na te denken over de collaboratie van een aantal Vlaams-nationalisten tijdens de tweede wereldoorlog.
Nog altijd fixeert de Vlaamse beweging zich volop op de repressie na de oorlog, waarbij we uiteraard in de eerste plaats denken aan de amnestie-eis. Wat men in veel Vlaamse kringen echter al te vaak negeert is dat een deel van de Vlaamse beweging ook effectief (zwaar) heeft gecollaboreerd. Uiteraard is de repressie na de tweede wereldoorlog – waarbij velen veroordeeld werden zonder eerlijk proces – niet goed te praten, maar de collaboratie is minstens even verwerpelijk. Luc Huyse heeft gelijk als hij spreekt over het ‘onverwerkt verleden’ van de Vlaamse beweging. Het moet eindelijk is gedaan zijn met enkel te focussen op de repressie zonder de collaboratie scherp te veroordelen. Nog al te vaak dweept men in Vlaamse kringen met ‘zwarten’ waarbij men wel heel selectief over hun verdiensten spreekt. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan Staf De Clercq die veel meer aandacht krijgt dan hij verdient, hij heeft immers mee de Vlaamse beweging geschaad door haar in autoritaire fascistische kringen te sturen.
De Vlaamse beweging zou moeten stoppen met steeds terug te grijpen naar dat verleden, een verleden dat we eigenlijk enkel zouden mogen zien als een zwarte bladzijde in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Uiteraard kan een kritische reflectie over de eigen geschiedenis nooit kwaad, integendeel. Maar dit neemt niet weg dat de focus in de eerste plaats moet liggen op de toekomst van de Vlaamse beweging.
Een toekomst die hopelijk ooit in de geschiedenisboeken komt als een overtuigde democratische beweging en als positief vrijheidsideaal met kansen voor iedereen, Vlamingen én Walen.
Nog altijd fixeert de Vlaamse beweging zich volop op de repressie na de oorlog, waarbij we uiteraard in de eerste plaats denken aan de amnestie-eis. Wat men in veel Vlaamse kringen echter al te vaak negeert is dat een deel van de Vlaamse beweging ook effectief (zwaar) heeft gecollaboreerd. Uiteraard is de repressie na de tweede wereldoorlog – waarbij velen veroordeeld werden zonder eerlijk proces – niet goed te praten, maar de collaboratie is minstens even verwerpelijk. Luc Huyse heeft gelijk als hij spreekt over het ‘onverwerkt verleden’ van de Vlaamse beweging. Het moet eindelijk is gedaan zijn met enkel te focussen op de repressie zonder de collaboratie scherp te veroordelen. Nog al te vaak dweept men in Vlaamse kringen met ‘zwarten’ waarbij men wel heel selectief over hun verdiensten spreekt. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan Staf De Clercq die veel meer aandacht krijgt dan hij verdient, hij heeft immers mee de Vlaamse beweging geschaad door haar in autoritaire fascistische kringen te sturen.
De Vlaamse beweging zou moeten stoppen met steeds terug te grijpen naar dat verleden, een verleden dat we eigenlijk enkel zouden mogen zien als een zwarte bladzijde in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Uiteraard kan een kritische reflectie over de eigen geschiedenis nooit kwaad, integendeel. Maar dit neemt niet weg dat de focus in de eerste plaats moet liggen op de toekomst van de Vlaamse beweging.
Een toekomst die hopelijk ooit in de geschiedenisboeken komt als een overtuigde democratische beweging en als positief vrijheidsideaal met kansen voor iedereen, Vlamingen én Walen.
Abonneren op:
Posts (Atom)