De relaties met Congo bereiken deze dagen een dieptepunt. Het is duidelijk dat er sprake is van een complex aan factoren, waarbij de domme uitspraken van Karel De Gucht de druppel bleken te zijn. Uiteraard maakt de Congolese overheid van deze gelegenheid gebruik om een aantal reeds langer aanslepende dossiers mee in de strijd te gooien. De ambassades van Lubumbashi en Bukavu zijn al langer een doorn in het oog van president Kabila en zijn volgelingen. Deze opportuniteit om dat dossier een wending te geven grijpt de Congolese president vanzelfsprekend met beide handen.
De Gucht heeft gefaald, dit kon veel beter. Bij deze dus een kort scenario waarin deze kwestie waarschijnlijk zou zijn vermeden.
Een eerste belangrijke factor in de internationale betrekkingen is de ‘stille diplomatie’. Een techniek die niet al te snel werkt, maar uiteindelijk wel resultaten oplevert. Een mogelijk voorbeeld is een lijst opstellen met alle politieke gevangenen in Congo, om dan met concrete dossiers in de hand te pleiten voor een wijziging van de situatie (lees: liefst een vrijlating van die gevangenen).
Die techniek gebruikt men uiteraard al heel lang, en gebruikt de Belgische diplomatie ook effectief in Congo. Het probleem is dat onze minister van buitenlandse zaken blijkbaar te ongeduldig is om zo’n slopend proces volledig tot uitwerking te laten komen.
Als het effectief het geval is dat er totaal geen resultaat wordt geboekt met stille diplomatie moet men zoeken naar alternatieve communicatie. Die ‘alternatieve communicatie’ is in het geval van België vanzelfsprekend via de EU of de VN. Een land als de VS kan het zich permitteren straffe uitspraken te doen met resultaat. Een klein landje als België kan daar alleen van dromen en moet dus zijn toevlucht zoeken bij (grote) multilaterale instellingen. Bij de EU kan België erop aandringen om, via Europese geijkte instellingen die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking, druk uit te oefenen op de Congolese overheid. Het spreekt voor zich dat het dan gaat over druk uitoefenen in concrete dossiers. Gewoon via de EU zeggen dat ‘Congo niet braaf de mensenrechten naleeft’ zal weinig effect hebben wegens te vaag. Maar als de EU een concreet dossier (bijvoorbeeld een dossier over de kwaliteit van de ziekenhuizen) naar zich toetrekt, en er zijn volledige invloed voor gebruikt, zal dit effect hebben. Dit kan voor een doorbraak zorgen, waarop de stille diplomatie dan kan inpikken om het dossier tot het (voorlopige) einde af te handelen.
Bovendien is België tot eind dit jaar nog lid van de VN Veiligheidsraad, dus ook via die instelling zou men een doorbraak kunnen forceren.
Het spreekt voor zich dat dit allemaal gemakkelijker is gezegd dan gedaan, maar het is alleszins een pak efficiënter dan wat harde uitspraken via een interview op een Waalse commerciële zender. De Gucht maakt een aantal terechte opmerkingen, iedereen weet dat er problemen zijn in Congo. Maar als minister van buitenlandse zaken deze scherpe commentaar publiek verwoorden heeft de situatie ter plaatse voor de bevolking niet verbeterd, eerder integendeel. Nu moet men het puin gaan ruimen, waarna de gevoelige relaties die men had opgebouwd via stille diplomatie opnieuw moeten worden opgebouwd.
In diplomatie is publiekelijk een ander land beledigen nooit de oplossing, het maakt de problemen enkel erger. De Gucht heeft deze stelling nog maar is bewezen, hopelijk stoot de ezel zich niet voor de zoveelste keer aan dezelfde steen bij een volgend dossier.
dinsdag 27 mei 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten