Met betrekking tot de procedure voor de voorzitter van de rechtbank van koophandel, verneemt mijn beleidscel op 6 november via de beleidscel van de minister van Financiën dat het parket een advies gaat uitbrengen in de zaak. Uit die informatie blijkt ook dat de strekking van het advies op dat ogenblik al bekend is.
Reynders beweert dat hij - en bij uitbreiding eender wie van zijn kabinet - niets wist van de richting die het advies op 6 december zou uitgaan. Onzin,als we de brief van Leterme zien, die letterlijk schrijft dat de strekking bekend was.
Naar mijn aanvoelen maakt Reynders het zichzelf nodeloos moeilijk, iedereen ziet immers dat hij de waarheid op zijn minst met een Franse slag benadert. Voorlopig is het natuurlijk woord tegen woord, maar als er op een bepaald moment extra documenten opduiken zou wel is pijnlijk duidelijk kunnen worden dat Rynders mijneed pleegt in de commissie.
Waarom geeft hij niet minstens een deel toe om geloofwaardig over te komen? Redden wat er te redden valt lijkt de beste optie, maar blijkbaar voelt Reynders zoch daar te goed voor. Daarmee staat hij alvast alleen: niemand anders gelooft in de zuiverheid van de vice-premier/minister van financiën/minister van institutionele hervormingen/partijvoorzitter/Keizer van Luik/kabouter ego. Hij zou wel is kunnen eindigen als paling in het groen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten